Wat kunst is

Renée van Marissing
13 september 2019
Boven mijn bureau hing lang een fragment van een krantenartikel. Ik ben het alweer maanden kwijt, het plakband zal wel losgelaten hebben en het stuk papier zal in de stofzuiger of achter de radiator zijn beland. Het was een recensie van een biografie over Willem Sandberg. Naast conservator en oud-directeur van het Stedelijk Museum in Amsterdam, was Sandberg ook typograaf en grafisch kunstenaar.

Het vijfde deel van zijn Experimenta typografica, dat in 1982 verscheen, heeft als titel L’art, le superflu indispensable. Dat waren de woorden die ik met een neon-gele stift uit het fragment had gelicht. Kunst, het onmisbare overbodige. Wat een rake definitie.

De zin prikkelt omdat het een tegenstelling is, iets dat overbodig is, zou toch misbaar moeten zijn? En andersom, hoe kan iets dat onmisbaar is overbodig zijn? Het is daarom ook makkelijk om de twee begrippen van elkaar te scheiden en op een van beide woorden te richten wanneer het over kunst gaat. Voor- en tegenstanders zien zichzelf vertegenwoordigd in de definitie, omdat deze beide kanten benoemt. Zo focussen politici zich nog al eens op het overbodige; wanneer het geld verdeeld moet worden of wanneer ze bepaalde groepen in de samenleving willen paaien. Aan de andere kant is de creatieve sector ervan overtuigd dat kunst vooral onmisbaar is; wanneer de kunst onder druk komt te staan; wanneer kunst gevierd wordt of wanneer er geld nodig is.
Kunst is onmisbaar. Kunst is overbodig. Beiden zijn waar.

Het is juist die tegenstelling die me aanspreekt in deze tekst van Sandberg. Omdat een tegenstelling je gedachten kan scherpen. Je wordt op jezelf teruggeworpen. Kunst geeft je meestal geen antwoord maar stelt je een vraag. Of beweert iets. Het is vervolgens aan jou als publiek, als kunstconsument om in jezelf een antwoord op de vraag te zoeken. Of om bij jezelf na te gaan wat je vindt van de bewering die een kunstenaar of kunstwerk doet.

Afgelopen weekend bezocht ik in één van de gebouwen van de voormalige munitiefabriek op het Hembrugterrein in Zaandam het Museum of Humanity. Het is een tentoonstelling van fotograaf Ruben Timman en bestaat uit portretten van mensen uit de hele wereld. Prachtige foto’s met soms gruwelijke achtergrondverhalen. Achttien jaar geleden droomde Timman dat hij door Kofi Annan werd rondgeleid door het ʻMuseum der Mensheidʼ. Hij schrok van de vervallen staat van het museum. De droom liet hem niet meer los en hij besloot ʻdoor middel van foto’s de schoonheid en waardigheid van de mens te midden van een vervallen wereld aan anderen te laten zienʼ.
Schoonheid en verval, twee tegenstrijdige begrippen. In het eveneens vervallen gebouw waarin de foto’s zijn neergelegd en opgehangen werken schoonheid en verval vooral als aanvulling op elkaar. Te midden van het stof, de kapotte ramen en de kale vloer en muren krijgen de portretten een gloed, een schittering waardoor niet alleen de foto’s maar ook het gebouw als het ware worden opgetild. Beiden worden kunst, niet apart maar samen. De kunst verbindt ze.
Renée van Marissing
Renée van Marissing is schrijver van romans, theater- en hoorspelteksten, regisseur en performer.



Meer over Renée van Marissing?
Kijk op:
https://reneevanmarissing.nl/

eerlijk DELEN

13 september 2019