Volwassen schrijver
Nanda Roep
23 juni 2017
Deze zomer ben ik eenentwintig jaar schrijver. Eenentwintig jaar, dat is allang volwassen! Toen ik begon, studeerde ik nog journalistiek in Utrecht. Bij mijn afstuderen werd trots verkondigd dat ik mijn eerste boekcontract had gekregen, het verliep allemaal soepeltjes. En zie: ik knipper met mijn ogen en ik ben de moeder van twee tieners, een veertiger die zomaar zorgelijk kan zijn over de toekomst.
Ook het boekenvak is door de jaren heen veranderd. Toen ik begon, was het allemaal zo speels als ikzelf was. Dat er een debuut werd aangekondigd, bij uitgeverij Leopold, was voor de pers voldoende reden om er aandacht aan te besteden. Ik kwam op radio en tv en ook boekhandelaren toonden zich automatisch geïnteresseerd.
Veel scholen huren schrijvers in voor een klassenbezoek. Alsof ik Sinterklaas persoonlijk was, werd ik op het schoolplein onthaald. De klassen hadden mijn boeken gelezen en daarover spraken we met elkaar.
Langzamerhand veranderde dat… Zo nu en dan gebeurde het, dat leerkrachten niet op de hoogte waren van mijn komst. Soms wisten ze het wel, maar was er geen tijd geweest om mijn boeken te lezen. Het begon met uitputten in verontschuldigingen, gaandeweg werd het normaal.
Maar, ik was nog steeds het jonkie. Ik riep goedmoedig dat het ‘niet uitmaakte’ als ze mijn boeken niet hadden gelezen. Mijn klassenbezoek paste ik aan, zodat ook klassen zonder voorkennis een leuk uur kregen. Ik laste tijd in om mezelf voor te stellen, ik koos op voorhand de boeken waarover het zou gaan.
De boeken kregen concurrentie van animaties en videogames. Wij schrijvers werden meegezogen in een populariteitsstrijd en nog steeds was ik enthousiast. Deze trend gaf mij de kans om eigen liedjes te schrijven en uit te voeren. Een lang gekoesterde wens ging in vervulling, maar sommige collega’s verdwenen noodgedwongen naar hun zolderkamers. En toen, voor mijn gevoel ineens, was ik een veertiger en las in de krant dat inmiddels zeventien procent van de vijftienjarigen niet meer goed genoeg kan lezen om een formulier van de gemeente in te vullen. Twaalf jaar geleden ging het om elf procent. Een fikse stijging. Waar was het misgegaan?
Opnieuw worden wij schrijvers op scholen ingezet. In dit geval om de taallessen te ondersteunen. Opnieuw zet ik mijn schouders eronder en ik leer mezelf om in ‘lesuren’ te denken.
Stiekem hoop ik dat na deze fase weer een periode komt zoals in mijn beginjaren. Waarin kinderen weer enthousiast zijn over lezen en hun leerkrachten ook. Dat ze bijvoorbaat zin hebben in het boekenuur en niet slechts achteraf verbaasd zijn dat ze het zo leuk vonden. Ik twijfel er niet aan of de huidige zorg rond de ontlezing ook weer voorbij zal gaan.
Inmiddels heb ik wel begrepen dat alles in cycli verloopt, het water staat op dit moment slechts wat laag. Maar deze fase gaat voorbij en maakt plaats voor iets nieuws. Weten dat alles verandert, hoort ook bij volwassen zijn. En straks, vast en zeker, spettert het land weer van boekenliefde.
Ook het boekenvak is door de jaren heen veranderd. Toen ik begon, was het allemaal zo speels als ikzelf was. Dat er een debuut werd aangekondigd, bij uitgeverij Leopold, was voor de pers voldoende reden om er aandacht aan te besteden. Ik kwam op radio en tv en ook boekhandelaren toonden zich automatisch geïnteresseerd.
Veel scholen huren schrijvers in voor een klassenbezoek. Alsof ik Sinterklaas persoonlijk was, werd ik op het schoolplein onthaald. De klassen hadden mijn boeken gelezen en daarover spraken we met elkaar.
Langzamerhand veranderde dat… Zo nu en dan gebeurde het, dat leerkrachten niet op de hoogte waren van mijn komst. Soms wisten ze het wel, maar was er geen tijd geweest om mijn boeken te lezen. Het begon met uitputten in verontschuldigingen, gaandeweg werd het normaal.
Maar, ik was nog steeds het jonkie. Ik riep goedmoedig dat het ‘niet uitmaakte’ als ze mijn boeken niet hadden gelezen. Mijn klassenbezoek paste ik aan, zodat ook klassen zonder voorkennis een leuk uur kregen. Ik laste tijd in om mezelf voor te stellen, ik koos op voorhand de boeken waarover het zou gaan.
De boeken kregen concurrentie van animaties en videogames. Wij schrijvers werden meegezogen in een populariteitsstrijd en nog steeds was ik enthousiast. Deze trend gaf mij de kans om eigen liedjes te schrijven en uit te voeren. Een lang gekoesterde wens ging in vervulling, maar sommige collega’s verdwenen noodgedwongen naar hun zolderkamers. En toen, voor mijn gevoel ineens, was ik een veertiger en las in de krant dat inmiddels zeventien procent van de vijftienjarigen niet meer goed genoeg kan lezen om een formulier van de gemeente in te vullen. Twaalf jaar geleden ging het om elf procent. Een fikse stijging. Waar was het misgegaan?
Opnieuw worden wij schrijvers op scholen ingezet. In dit geval om de taallessen te ondersteunen. Opnieuw zet ik mijn schouders eronder en ik leer mezelf om in ‘lesuren’ te denken.
Stiekem hoop ik dat na deze fase weer een periode komt zoals in mijn beginjaren. Waarin kinderen weer enthousiast zijn over lezen en hun leerkrachten ook. Dat ze bijvoorbaat zin hebben in het boekenuur en niet slechts achteraf verbaasd zijn dat ze het zo leuk vonden. Ik twijfel er niet aan of de huidige zorg rond de ontlezing ook weer voorbij zal gaan.
Inmiddels heb ik wel begrepen dat alles in cycli verloopt, het water staat op dit moment slechts wat laag. Maar deze fase gaat voorbij en maakt plaats voor iets nieuws. Weten dat alles verandert, hoort ook bij volwassen zijn. En straks, vast en zeker, spettert het land weer van boekenliefde.
Nanda Roep
Nanda Roep is schrijfster van (kinder)boeken, liedjes en theater, en uitgever.
eerlijk DELEN
23 juni 2017