Wat moet ik met kunst?

Floor van Lissa
16 juni 2017
Vreemd. Ik zeg weleens dat kunst een middel is om in gesprek te raken over wereldbeelden, maar eigenlijk praat ik er liever niet over. Waarschijnlijk omdat ik denk een oordeel te moeten vellen en ik daar vaak moeite mee heb, net zoals in het dagelijks leven. Enkele uitzonderingen daargelaten; er zijn dingen die (volgens de maatstaven die ik er schijnbaar toch op nahoud) duidelijk slecht of goed zijn. Een ‘slechte’ voorstelling laat zich vaak eenvoudig kapot analyseren, terwijl kijkers bij een ‘goede’ voorstelling vaak zo onder de indruk zijn, dat het volstaat om zuchtend ‘mooi’ te zeggen. En daar sluit ik me dan graag bij aan. Want een mooie voorstelling laat ik het liefst op zichzelf staan, zonder te proberen hem klein en behapbaar te maken met mijn banale, halfslachtige analyses. Maar waarom zou ik eigenlijk steeds direct een mening moeten hebben over de kunst die ik bekijk? En niet alleen over kunst, maar eigenlijk de hele dag, over alles wat ik meemaak? Ervaringen worden tegen elkaar afgewogen en dienen vervolgens netjes opgeborgen te worden in het daartoe bestemde vakje. Dit continue categoriseren levert ons ongetwijfeld een hoop op: we leren van onze fouten, ontdekken wat we willen en blijven zoeken naar wat ons gelukkig maakt. Maar het haalt ook de spontaniteit en speelsheid uit onze interacties.

Misschien verlang ik juist van kunst dat ze door categorieën heen breekt. Zich niet direct laat duiden, maar zich opdringt, de aandacht trekt en vasthoudt. Ons eraan herinnert dat we met alles en iedereen verbonden zijn en tegelijkertijd los, autonoom zijn. Vrij om ons te verhouden tot wat we zien en ervaren.

Ik vraag me regelmatig af wat hetgeen ik schrijf zegt over de wereld, de mensen, of de tijd waarin we leven. Ik vind dat ik als schrijver de verantwoordelijkheid heb om iets uit te dragen waar ik achter sta. Maar uit wat ik schrijf, blijkt grofweg dat ik denk dat mensen aandoenlijk stuntelige, kwetsbare diertjes met een te grote bek zijn die, gevoed door illusies, het leven doorworstelen en hun lachwekkende doelen proberen te bereiken.

Lekker dan.

Wat moet een kijker met dit wereldbeeld? Beseffen dat hij is als ieder ander diertje en dat hij zacht en speels met de ander om moet gaan? Of beseffen dat hij een (weliswaar voortklooiend, maar toch) denkend, handelend mens is in constante relatie tot de wereld? En dat dat iets is om te koesteren. Ook als dat niet vanzelfsprekend is.

Misschien werd ik daarom zo geraakt door de anekdote die Johnny de Mol vertelde aan Jesse Klaver: Johnny de Mol stond met oud en nieuw muziek te draaien op het strand van Lesbos, om de vluchtelingen die aan wal kwamen te verwelkomen. Hij draaide Justin Bieber, waarop een jongen, die net de gevaarlijke boottocht had overleefd, naar hem toe kwam en zei: ‘Are you gonna play this all night, ‘cause then I’m going back to Syria.’
Floor van Lissa
Floor van Lissa is scenarioschrijver met liefde voor theater of theaterschrijver met liefde voor film (en televisie).


eerlijk DELEN

16 juni 2017