Ode To Joy
Niels Vermeulen
23 november 2018
Ik kijk uit het raam van de trein. Op het perron staat een vrouw met een rode backpack. Haar man helpt haar bij het vastdoen van de riempjes. De man heeft geen backpack. Ik vraag me af waar de vrouw heen gaat. Ik denk naar een vriendin in het buitenland. Kamperen in Finland. Vuurtje maken naast een riviertje in een bos en dan goede verhalen vertellen en heel veel lachen. De man is klaar en geeft de vrouw een kus. Zenuwachtig kijkt de vrouw of haar trein al komt.
Ik kijk naar de zwarte dummy die op het klaptafeltje voor me ligt. Met een nog zwartere kalligrafiestift heb ik er de woorden ‘Ode To Joy’ opgeschreven. Een nieuwe dummy krijgt altijd pas een titel als de tijd rijp is. Deze titel kreeg hij nadat ik een driedaagse training van de Australische performance improvisator Andrew Morrish volgde. Zijn mantra was: ‘Find the pleasure! If you don’t know what to do, start doing things you like’. In improvisatie werkt dit gegeven uitstekend. Maar al snel begon ik ook buiten de improvisaties de vreugde als richtingaanwijzer te gebruiken. Ik bleek balanceren op een balk prettig te vinden. Maar ook ‘liggen op de grond totdat je steeds leuker ligt’ bevalt me uitstekend.
‘Ode To Joy’ verscheen intuïtief op de kaft. Ik dacht in eerste instantie niet aan Beethoven. Wellicht dacht ik aan ‘Oh Joy’, de epische techno-discotrack van de Noorse muzikant en producer Todd Terje. Ik zoek het toch maar weer even op. ‘Ode To Joy’, de laatste symfonie van Ludwig van Beethoven gebaseerd op het gedicht van Friedrich Schiller.
‘Freude schöner Götterfunken, Tochter aus Elysium’. Wat een heerlijk woord ook. Götterfunken. Lekker als je het met een flink Nederlands accent uitspreekt. En dan de puntjes van de o haalt. Gotterfunken! Gotterfunken! Godenvonken. Precies. Vonken, daar heb je tenminste wat aan! Ik veeg wat speeksel van mijn boek.
Ondertussen is de trein gaan rijden. Beethoven was volgens mij iemand die de vreugde omarmde. Hij wordt in de boeken altijd neergezet als een norse man, maar ik geloof er niks van. In zijn Negende Symfonie heeft hij alle remmen losgegooid. Overdadig en met volle glorie. Ik speur nog verder op het internet. Beethoven dirigeerde (hij was overigens vrijwel volledig doof op dat moment) als een beest, met wilde gebaren, volledig opgaand in de muziek die hij alleen in zijn hoofd kon horen. Dat is extase potverredomme! Ja! Kan het nog vreugdevoller? Een groot orkest met een nog groter koor, allemaal Froh, wie seine Sonnen fliegen! Aangevoerd door wapperende Ludwig (hij had voor de zekerheid wel een extra dirigent geregeld), Freudig, wie ein Held zum Siegen! Ja! Jubel! Freude!
Ik kijk weer uit het raam. Het landschap raast in een groene waas voorbij. In de verte staan koeien in de wei. Freude trinken alle Wesen an den Brüsten der Natur! ‘Natoooooeerrrrr! Natoeeeeeerrrrr!!’ Als ik thuiskom, ga ik de afwas doen. Daar heb ik altijd plezier in. Het warme water en de instant beloning van een schoon glas. Ik zoek alvast Beethoven op. Dat gaat op mijn soepelzittende draadloze koptelefoon. En als ik dan afwas, zal ik mee dirigeren, wild en woest zodat het sop genadeloos door de keuken vliegt. Heurluk. Dankjewel für die Freude.
Ik kijk naar de zwarte dummy die op het klaptafeltje voor me ligt. Met een nog zwartere kalligrafiestift heb ik er de woorden ‘Ode To Joy’ opgeschreven. Een nieuwe dummy krijgt altijd pas een titel als de tijd rijp is. Deze titel kreeg hij nadat ik een driedaagse training van de Australische performance improvisator Andrew Morrish volgde. Zijn mantra was: ‘Find the pleasure! If you don’t know what to do, start doing things you like’. In improvisatie werkt dit gegeven uitstekend. Maar al snel begon ik ook buiten de improvisaties de vreugde als richtingaanwijzer te gebruiken. Ik bleek balanceren op een balk prettig te vinden. Maar ook ‘liggen op de grond totdat je steeds leuker ligt’ bevalt me uitstekend.
‘Ode To Joy’ verscheen intuïtief op de kaft. Ik dacht in eerste instantie niet aan Beethoven. Wellicht dacht ik aan ‘Oh Joy’, de epische techno-discotrack van de Noorse muzikant en producer Todd Terje. Ik zoek het toch maar weer even op. ‘Ode To Joy’, de laatste symfonie van Ludwig van Beethoven gebaseerd op het gedicht van Friedrich Schiller.
‘Freude schöner Götterfunken, Tochter aus Elysium’. Wat een heerlijk woord ook. Götterfunken. Lekker als je het met een flink Nederlands accent uitspreekt. En dan de puntjes van de o haalt. Gotterfunken! Gotterfunken! Godenvonken. Precies. Vonken, daar heb je tenminste wat aan! Ik veeg wat speeksel van mijn boek.
Ondertussen is de trein gaan rijden. Beethoven was volgens mij iemand die de vreugde omarmde. Hij wordt in de boeken altijd neergezet als een norse man, maar ik geloof er niks van. In zijn Negende Symfonie heeft hij alle remmen losgegooid. Overdadig en met volle glorie. Ik speur nog verder op het internet. Beethoven dirigeerde (hij was overigens vrijwel volledig doof op dat moment) als een beest, met wilde gebaren, volledig opgaand in de muziek die hij alleen in zijn hoofd kon horen. Dat is extase potverredomme! Ja! Kan het nog vreugdevoller? Een groot orkest met een nog groter koor, allemaal Froh, wie seine Sonnen fliegen! Aangevoerd door wapperende Ludwig (hij had voor de zekerheid wel een extra dirigent geregeld), Freudig, wie ein Held zum Siegen! Ja! Jubel! Freude!
Ik kijk weer uit het raam. Het landschap raast in een groene waas voorbij. In de verte staan koeien in de wei. Freude trinken alle Wesen an den Brüsten der Natur! ‘Natoooooeerrrrr! Natoeeeeeerrrrr!!’ Als ik thuiskom, ga ik de afwas doen. Daar heb ik altijd plezier in. Het warme water en de instant beloning van een schoon glas. Ik zoek alvast Beethoven op. Dat gaat op mijn soepelzittende draadloze koptelefoon. En als ik dan afwas, zal ik mee dirigeren, wild en woest zodat het sop genadeloos door de keuken vliegt. Heurluk. Dankjewel für die Freude.
Niels Vermeulen
Niels Vermeulen is muzikant en performer.
Meer over Niels Vermeulen?
Kijk op:
http://nielsvermeulen.com/