Dit moment in juni
De ijssalon naast ons huis is nog open, hoewel het bijna middernacht is. Het is al de hele maand benauwd en heet, de warmste juni sinds 1901, en nu is de ijssalon naast ons huis tot middernacht geopend. Als we terugkomen van de hond uitlaten, lopen we langs de rij wachtende mensen. Allemaal dragen ze een korte broek. Hun roodverbrande kuiten zijn paars in het donker.
Vroeger was dit een moment geweest om blij van te worden, zo’n warme zomernacht, iedereen ineens zin in ijs; een moment om je even lekker in te wentelen. Maar dit jaar niet. Want dit jaar heb ik last van uitzoomen.
Hoe drukker ik me maak over de staat van de wereld, des te sneller gebeurt het: de camera schiet ineens omhoog, en zonder het te willen zoom ik verder en verder uit, totdat het moment waar ik net nog middenin zat bijna niet meer te zien is. Opgevroten door alles wat dat moment impliceert. Een open ijssalon om middernacht impliceert een aarde die het zo niet volhoudt. Een rij roodverbrande kuiten een toekomst vol gevecht en gevlucht. Hoe meer er mis is, des te kleiner worden momenten. Ze lijken nu te klein voor mij om in te passen.
Inzoomen of uitzoomen. Als schrijver ligt hierin voor mij het verschil tussen theatertekst en proza. In theater zoom je constant uit: de focus ligt vaak op het ontwaren en tonen van tendensen en ontwikkelingen. Waar gaan we met z’n allen heen, en wat vinden we daarvan? Een goede theatertekst (vinden we vaak) confronteert en activeert, en bovenal: ‘betekent iets’. Logisch ook, want voordat je überhaupt begint met schrijven is in de subsidieaanvraag al vastgelegd wat jouw tekst zal zeggen, en waarom dat BELANGRIJK is.
Bij proza ligt dit anders. Goed proza (voor mij) zoomt juist in. Maakt de tijd elastisch, rekt een moment op tot je er comfortabel in kunt rondlopen. De waarde van proza zit hem, meer dan bij een theatertekst, in dat inzoomen. Deels omdat het medium zich hier beter voor leent, en deels omdat je als schrijver niet van tevoren de lange lijn en daaruit voortvloeiende zeggingskracht hebt hoeven vastleggen. Bij proza hoeft alleen het eindresultaat anderen te overtuigen. Hierdoor heb je meer ruimte om momenten in te duiken en op je gemak te onderzoeken op betekenis en schoonheid, voor je beslist of ze de moeite waard zijn om te behouden.
Goed theater geeft me energie, goed proza geeft me troost.
Op dit moment in juni heb ik meer behoefte aan dat tweede.
Weer thuis kijk ik vanaf de vensterbank hoe de rij langzaam korter wordt. Het terras van de ijssalon zit vol blote schouders. Mijn hond hijgt zichzelf koel aan mijn voeten, ik voel haar adem op mijn enkels. Ik heb wat boeken uit de kast gepakt, op zoek naar momenten om even in rond te lopen, zinnen om even in te wonen. Ik blader wat door Mrs. Dalloway (Virginia Woolf is een meester in inzoomen).
‘In people’s eyes, in the swing, tramp, and trudge; the carriages, motor cars, omnibuses, vans, sandwich men shuffling and swinging; […] in the triumph and the jingle and the strange high singing of some aeroplane overhead was what she loved; life; London; this moment in June.’
Meer over Koen Caris?
Kijk op:
https://www.koencaris.nl/