Wat waar is

Anne Büdgen
21 april 2017
Hij zal op me staan wachten. Hij lijkt altijd iemand anders als ik hem een tijd niet heb gezien en tegelijk herken ik hem van ver. We lopen hand in hand door de drukte naar de tram. We zullen naar het appartement gaan in Testaccio dat volgens reisgidsen hip, volks en happening is. Ik vind hip een lelijk woord. En wat is happening eigenlijk? We moeten dat boek lezen en naar die expositie en daar, in dat ene achterafstraatje, gebeurt het. Ik weet alleen nooit wat. Soms zit schoonheid, of iets dat de tijd vangt, verstopt in een woord en soms in een film of een blik en vaak is het per ongeluk. Het bevat iets dat raakt, een waarheid die we ergens wel kenden, maar die nog nooit iemand zó voor het voetlicht had gebracht.

Hij zal iets voor me uitlopen en lang zoeken naar de sleutel. We komen binnen, bekijken de badkamer en hij zal me wijzen waar de koffie, de thee, en de wijn staat en verzuchten dat het zonder balkon krap was geweest, maar we nu in elk geval de lucht kunnen zien. We zullen even naar de lucht kijken. Hij heeft werkbesprekingen de volgende dag. Ik zit op terrassen en noteer niet wat ik zie. Ik zal het wel proberen, maar volledig blokkeren bij zoveel beelden en daarna zal ik schrijven over mijn jeugd. Terwijl de stad gonst, met haar vrouwen op hoge hakken die hondjes uitlaten, scooters en pleinen met fonteinen, ben ik op de Bloemendaalseweg in Gouda met de boerderijen en het bruggetje naar de kerk. Gouda is een kleine stad, maar in mijn gedachten zal ze alleen maar uit weiland bestaan. Ik zit op de fiets en trap eindeloos door de regen en de wind. Plassen springen op onder mijn wielen.

’s Avonds zullen we thuiskomen. Hij tilt me op, zet me weer neer en ineens zie ik dat hij jonger is geworden in de paar weken dat hij hier woont. Hij zit in kantoren en ze lunchen op de binnenplaats. Soms, heel soms, zou ik willen dat ik het was die daar zat. Het brood is waar, de wijn is waar, je kunt alles vastpakken en je kent de mensen om je heen bij naam. Ik ontmoet de lezers maar zelden en alles wat zich afspeelt, gebeurt in een bubbel van verbeelding. Soms knijp ik met mijn ogen om te weten waar ik ben. ‘Hoe was het vandaag?’

‘De deal is rond,’ zegt hij. Ik vind deal een lelijk woord. Hij sluit deals en ik schrijf. Eerst gedichten, nu worden het steeds vaker verhalen. Soms weet ik niet of ik steeds meer of minder taal nodig heb. ‘En jij?’ Ik zeg dat ik de hele dag heb gedaan alsof ik in Rome was. Terwijl ik heus wel weet dat we eigenlijk in Londen zijn. Hij lacht. Ik laat hem het fragment lezen dat ik schreef op het terras. Het zal twee jaar later in een boek komen. Een boek over een meisje dat opgroeit in een streng kerkelijke omgeving en zich afvraagt wat waarheid eigenlijk is. Ik zal fragmenten uit oude dagboeken erin stoppen, de waarheid liegen en de werkelijkheid vertellen in fictie. Maar dat weet ik dan nog niet.
Anne Büdgen
Anne Büdgen schrijft poëzie en proza.


eerlijk DELEN