Voor het eerst

Marije Uijtdehaage
29 september 2017
De vrouw die haar hond een trui aantrekt, ook bij zomerse temperaturen. De museumbezoeker met de grote, gekleurde bril die steeds benoemt wat er niet is. Het tiental op het stationsplein dat gratis vreemden knuffelt. De man op de camping die zijn oudste kind meerdere keren per dag aan zijn oor naar de tent terugsleept, wanneer die zijn tanden in zijn jongere zus heeft gezet. Ik vind daar iets van. Meteen. Voordat ik het doorheb, hebben mijn hersenen een vooroordeel gevormd. Ik ben het roerend met mijzelf eens. Enkele minuten later gaat mijn schrijvershoofd werken. Ik stel mijzelf allerlei vragen om een beter beeld te krijgen van de persoon in kwestie, zijn karakter, leefomgeving en motieven. Ik had langer moeten kijken, of een gesprek met iemand moeten aanknopen, voordat ik een mening vormde. Vooroordelen zijn vaak gegrond op onjuiste aannames. Ze zijn niet gebaseerd op feiten, maar op een veronderstelling. Je hebt een vermoeden en voor even is dat de waarheid.

Peuters hebben hier totaal geen last van. Wat een verrijking dat is, merk ik elke keer als ik een peutervoorstelling maak. Peuters leven in het hier en nu en zijn bezig met hetgeen zij op dit moment ervaren. Veel ervaren ze voor de eerste keer. Hierdoor hebben ze geen kader van wat normaal is en wat niet. Kabouters kunnen ’s nachts de rotzooi opruimen en de rookmelder is een grote neus die je waarschuwt voor vuur. Peuters gaan voor het eerst naar het theater. Ook hier refereren ze niet aan eerdere gebeurtenissen. Ze zijn een gewillig publiek en willen mee met de voorstelling. Tijdens de voorstelling bekijken zij de mogelijkheden met een oneindige nieuwsgierigheid. Als je een goede voorstelling maakt, kan je peuters meenemen in een nieuwe wereld. Als scènes niet werken, zullen ze naar de acteur lopen om die van dichtbij te bekijken, rondjes rennen op het podium of je decor afbreken. Die reacties zijn puur. Ze zijn niet gebaseerd op een oordeel, maar op een gebrek aan toegang tot de wereld van de voorstelling. Als je het jonge publiek niet meeneemt, ben je het kwijt.

Als kinderen ouder worden, krijgen ze vooroordelen, omdat zij de wereld gaan categoriseren. Ze proberen alles in groepen in te delen en te bepalen wat goed en fout is. Aan de manier waarop een kind dat doet, kan je aflezen in welke wereld het opgroeit. Bij volwassenen werkt het precies zo. De vooroordelen die wij hebben, zeggen veel over onze sociale omgeving. Mij lukt het niet om zonder vooroordelen door het leven te gaan. Ik ben jaloers op de peuter. Ik zou alles willen ervaren alsof het de eerste keer is. De wereld zou een stuk lichter worden, als iedereen dat zou doen. We zien mogelijkheden, denken buiten de kaders en volgen onze nieuwsgierigheid. Dit leidt ons naar nieuwe vondsten, waarvan we niet weten dat ze bestaan.
Marije Uijtdehaage
Marije Uijtdehaage is toneelschrijver (vooral jeugdtheater), theatermaker en (poëzie)docent.


eerlijk DELEN

29 september 2017