UNTITLED NR. 18

Eva Jansen Manenschijn
1 december 2017
‘Moet je al huilen?’ fluistert een man in mijn oor. Ik sta nu al een tijdje voor een schilderij genaamd Untitled nr.18. ‘Ze zeggen dat mensen altijd huilen om Rothko’s werk, maar wat is dit nou, deze hele expositie? Ik snap er niks van, wat een oplichter! Kost je vijftien euro, voor een paar kleurige behangetjes.’

Voordat ik iets terug kan zeggen, beent de man weg. Ik kijk hoe de man door de ruimte loopt. Hij staat stil bij een werk. Loopt dan naar voren en naar achteren, staat zuchtend bij de naambordjes, loopt woedend weg, waarna hij toch weer bij het werk terugkomt. Het lijkt alsof hij een choreografie danst in gevecht met de kunstwerken.

Ik vraag me af wat de man zo frustreert. Wat wil hij van deze schilderijen dat hij niet krijgt?

Ik kijk naar een schilderij waar hij net van is weggelopen. Ik vraag me af wat ik van de schilderijen wil. Ik herken zijn strijd. Iedere keer dat ik de ziel van het schilderij probeer te doorgronden, verandert het van betekenis, vervormt de voorstelling voor mijn ogen weer tot iets anders. Ik zou het mysterie willen blootleggen, het geheim van het schilderij willen ontrafelen. Maar waarom?

Kunst beleven is net als verliefdheid. Als je verliefd bent, heb je de drang om bezit van iemand te nemen, hem te temmen en tot jouw eigendom te maken. Want pas dan denk je de ultieme bevrediging bereikt te hebben. Maar tegelijkertijd besef je dat je verliefdheid voortkomt uit het feit dat je geliefde van zichzelf is. Zijn autonomie maakt hem aantrekkelijk.

Het is een van de interessantste paradoxen die ik ken. Het ontembare willen temmen. Het autonome willen bezitten. Zelfs als je weet dat iets zijn mysterie en schoonheid zal verliezen, zodra je het bezit.

Ik volg de man naar de tweede verdieping. Met twee treden tegelijk rent hij de trap op. Bovenaan de trap houdt hij halt, kijkt rond naar weer zeker tien Untitled schilderijen, vloekt, draait zich om en stormt naar beneden, terwijl hij mij een beschuldigende blik toewerpt. Ik volg hem naar de museumwinkel. Wat is er veel te koop. Dit is het moment om iets tastbaars in onze handen te hebben, iets wat ons niet zal ontglippen, iets wat we mee naar huis kunnen nemen. Het is de compensatie voor ons gemis in de museumzaal, een tijdelijke bevrediging. Misschien zijn de tentoonstellingen allang het verlengde geworden van de museumwinkel.

Maar juist het ongrijpbare en het niet kunnen doorgronden van wat we zien kan ons voeden, kan steeds opnieuw bevrediging geven.

Kunst moet zijn mysterie behouden, veelvormig en ontembaar zijn. Zo blijven we leren dat alles van waarde uiteindelijk niet toe te eigenen is.

De man koopt een vaas en verlaat het museum. Ik zie hem door de draaideur gaan. Hij blijft een mysterie.
Eva Jansen Manenschijn
Eva Jansen Manenschijn is toneelschrijver en dramaturg.


eerlijk DELEN