Scherpstellen

Sarah van Binsbergen
29 mei 2020
Of we het gemist hebben? Tot mijn verbazing zijn twee collega’s daar heel stellig over: nee. Het is half mei, de heropening van musea op 1 juni lonkt, dat betekent dat wij weer tentoonstellingen kunnen bezoeken en recenseren. Op de eerste redactievergadering sinds de lockdown wordt natuurlijk even stilgestaan bij de weken van museale onthouding. Ik heb het wel degelijk gemist. Nee, niet de musea zelf, die steriele, klimaatgecontroleerde boxen waarin kunst wordt geserveerd. Maar wel: oog in oog staan met een kunstwerk, wat in de meeste gevallen toch niet te vergelijken is met kijken naar een plaatje op je beeldscherm.

Een van de dingen waar ik de afgelopen weken met veel plezier naar heb geluisterd is de podcast Dit is sociale onthouding van schrijver en radiomaker Dennis Gaens. Vanaf begin maart vroeg hij een aantal vrienden om wekelijks een audiodagboek bij te houden. In zes afleveringen doen ze als lockdowncorrespondenten verslag. In hoeverre beïnvloedt dit hun dagelijks leven? Welke dingen vallen hen op? Tussen de beschrijvingen van zoomvergaderingen, brood bakken en andere quarantainebelevenissen zitten een aantal rake observaties.

Een passage die erg resoneerde zit in de laatste aflevering, wanneer verschillende sprekers reflecteren op wat de nieuwe situatie met hun aandacht doet. Zo merkt Elske van Lonkhuyzen op dat ze voor alle activiteiten steeds dezelfde soort aandacht en energie gebruikt. Normaal gesproken beweeg je soepel door situaties die een andere energie van je vragen, thuis, op je werk, in de kroeg. Nu moet je steeds uit hetzelfde vaatje tappen. Herkenbaar. Als ik werk, is dat op een beeldscherm, en dat werk bestaat uit informatie verwerken. Lezen of een film kijken ter ontspanning is nog meer informatie. Het is een van de redenen waarom Zoomsessies met vrienden (hoe fijn ook) of online vergaderingen (hoe handig ook) zo vermoeiend zijn; je bent alleen maar met informatie bezig. Zenden of ontvangen, er zit niets tussenin.

Wat we daardoor missen wordt in dezelfde aflevering mooi verwoord door Martin Rombauts. Hij noemt het de periferie: de dingen om je heen waar je je vaag bewust van bent, alles wat zich afspeelt buiten het scherpgestelde deel van je aandacht. Zonder dat je het door hebt, hebben juist die dingen in de periferie invloed, op je energie, je gedachten en ideeën. De wereld van beeldschermen is een wereld waarin alles dezelfde scherpte heeft.

Het is te vergelijken met het lezen van een boek versus het kijken naar een kunstwerk. In een roman is alle informatie die niet relevant is voor het plot of voor de thematiek van het verhaal weggefilterd: het resultaat is een geconcentreerd geheel waar je ook een geconcentreerde relatie mee hebt, je bent aan het lezen of niet. Een kunstwerk, of dat nu een schilderij is of een performance, geeft veel meer ruimte voor die periferie. Het is kijken, nog een keer kijken, door je oogharen kijken, een rondje door de zaal lopen en dan weer iets heel anders in hetzelfde kunstwerk zien. Het is steeds een ander stukje kiezen om op scherp te stellen, waarbij ook steeds een ander stukje in die vage, onscherpe zone daaromheen danst.

Misschien moeten we straks massaal re-integreren, zegt Elske van Lonkhuyzen, om weer te wennen aan die verschillende soorten aandacht die het post-lockdownleven vraagt. Ik denk dat ze daar wel eens gelijk in zou kunnen hebben. Gelukkig gaan veel musea 1 juni weer open. Kunnen we vast een beetje oefenen.
Sarah van Binsbergen
Sarah van Binsbergen (1987) is schrijver en journalist en werkt onder meer voor de kunstredactie van de Volkskrant.
Foto: Aad Hoogendoorn


eerlijk DELEN

29 mei 2020