Ook dood
Hanneke Hendrix
9 juni 2017
U bevindt zich daar. U zit aan de andere kant van het scherm van uw telefoon of uw pc en u leest dit. Aan de andere kant van dat scherm en ik schrijf dit, omdat ik een voorstelling zag. U daar, ik hier, en daar moest ik aan denken, toen ik in die zaal zat.
Wij zitten in de zaal, de acteurs zijn daar en staan in het decor, ergens is een regisseur die zei wat ze moesten doen, een dramaturg die zich ertegenaan bemoeide, iemand van de productie die meeschreef, technici die lampen moesten afstellen, kabels moesten leggen, dat fokking klote beamerscherm steeds naar beneden moesten laten. De schrijver zit thuis, in de kroeg, op de bus te wachten, of is dood.
Daar dacht ik aan, in die zaal.
Ik zit hier en ik kijk naar die acteurs. Die doen ook maar gewoon hun werk.
Ik dacht: ik zit hier en ze spreken die woorden van die schrijver uit en die schrijver die is al dood, weliswaar nog niet heel erg lang dood, maar toch, dood. Bij de nabeschouwing van het toneelstuk zei iemand dat de kracht van het woord ook nog wat te zeggen had.
Dat de kracht van het woord ook nog wat te zeggen had.
Precies zo.
Ik moet daar steeds aan denken. Hoe je in een lelijke zin alles naar elkaar kunt laten verwijzen en dat zoiets dan juist niets zegt.
Ooit stond ik aan het graf van Beckett en toen heb ik een fragment uit Rockaby opgezegd en ik dacht: dan heb je het wel gemaakt als schrijver, dat je dood bent en dat iemand aan je graf staat en een stuk tekst van je opzegt.
sitting at her window
quiet at her window
only window
facing other windows
other only windows
all eyes
all sides
high and low
time she stopped
time she stopped
More.
Ik hoor mezelf dat de laatste tijd vaak zeggen: ook dood.
Er was eens een acteur, een stemacteur, mijn lievelings, en die deed altijd een oude Vlaamse acteur na, die roddelde over andere oude Vlaamse acteurs en elke anekdote steeds eindigde met: “Maar ja. Ook dood”.
We kregen daar geen genoeg van.
We riepen steeds: “Bram! Doe nog eens die Vlaamse acteur, die van ‘Ook dood’.” En dan deed hij de Vlaamse acteur. Dan moesten we vreselijk lachen.
Maar de stemacteur die de Vlaamse acteur deed, is zelf nu ook dood.
Ik probeer zijn Vlaamse acteur weleens na te doen, maar dan sla ik de plank altijd mis. Zijn grap is vervlogen, er zit alleen nog maar een korstje van ergens in mijn geheugen dat sterft zodra wij allemaal sterven.
De kracht van het woord.
Flikker toch op.
Ik schrijf dit en ik ben hier en ik ben alleen.
U ook, daar aan de andere kant van het scherm.
Niet alleen u en ik zijn alleen, maar met u en ik al die andere u’s die aan de andere kant van het scherm zitten.
Iedereen die in de zaal zat.
Alleen.
Niet dood.
Met alleen woorden.
Met niets van kracht dat naar elkaar verwijst.
En dan steeds maar meer willen.
Wij zitten in de zaal, de acteurs zijn daar en staan in het decor, ergens is een regisseur die zei wat ze moesten doen, een dramaturg die zich ertegenaan bemoeide, iemand van de productie die meeschreef, technici die lampen moesten afstellen, kabels moesten leggen, dat fokking klote beamerscherm steeds naar beneden moesten laten. De schrijver zit thuis, in de kroeg, op de bus te wachten, of is dood.
Daar dacht ik aan, in die zaal.
Ik zit hier en ik kijk naar die acteurs. Die doen ook maar gewoon hun werk.
Ik dacht: ik zit hier en ze spreken die woorden van die schrijver uit en die schrijver die is al dood, weliswaar nog niet heel erg lang dood, maar toch, dood. Bij de nabeschouwing van het toneelstuk zei iemand dat de kracht van het woord ook nog wat te zeggen had.
Dat de kracht van het woord ook nog wat te zeggen had.
Precies zo.
Ik moet daar steeds aan denken. Hoe je in een lelijke zin alles naar elkaar kunt laten verwijzen en dat zoiets dan juist niets zegt.
Ooit stond ik aan het graf van Beckett en toen heb ik een fragment uit Rockaby opgezegd en ik dacht: dan heb je het wel gemaakt als schrijver, dat je dood bent en dat iemand aan je graf staat en een stuk tekst van je opzegt.
sitting at her window
quiet at her window
only window
facing other windows
other only windows
all eyes
all sides
high and low
time she stopped
time she stopped
More.
Ik hoor mezelf dat de laatste tijd vaak zeggen: ook dood.
Er was eens een acteur, een stemacteur, mijn lievelings, en die deed altijd een oude Vlaamse acteur na, die roddelde over andere oude Vlaamse acteurs en elke anekdote steeds eindigde met: “Maar ja. Ook dood”.
We kregen daar geen genoeg van.
We riepen steeds: “Bram! Doe nog eens die Vlaamse acteur, die van ‘Ook dood’.” En dan deed hij de Vlaamse acteur. Dan moesten we vreselijk lachen.
Maar de stemacteur die de Vlaamse acteur deed, is zelf nu ook dood.
Ik probeer zijn Vlaamse acteur weleens na te doen, maar dan sla ik de plank altijd mis. Zijn grap is vervlogen, er zit alleen nog maar een korstje van ergens in mijn geheugen dat sterft zodra wij allemaal sterven.
De kracht van het woord.
Flikker toch op.
Ik schrijf dit en ik ben hier en ik ben alleen.
U ook, daar aan de andere kant van het scherm.
Niet alleen u en ik zijn alleen, maar met u en ik al die andere u’s die aan de andere kant van het scherm zitten.
Iedereen die in de zaal zat.
Alleen.
Niet dood.
Met alleen woorden.
Met niets van kracht dat naar elkaar verwijst.
En dan steeds maar meer willen.
Hanneke Hendrix
Hanneke Hendrix is schrijver en hoorspelmaker.