Kleuren van herinnering
René de Rooze
1 juni 2018
Lang geleden woonde ik in een ver oord. Aan de andere kant van de wereld om precies te zijn: in Nederlands-Nieuw-Guinea. Een duizendschakeringen groen land met witte stranden en helderblauwe zee. Vol vogels, slangen, vruchten, bloemen, mensen, rode mieren, vleerhonden, muskieten, krokodillen, maar vooral vol kleur en kleur. Dat was zo normaal dat ik er niet eens bij stilstond. Zoals ik als kind nergens echt bij stilstond, ik was onbevangen en alles wat ik meemaakte was normaal.
Het oerwoud begon vijftig meter van mijn huis vandaan. En daar vlakbij lag ook de kleuterschool. Ik herinner mij een plotselinge grote paniek in de pauze. Midden op het schoolplein stond een enorme boom om schaduw te geven, wat in de tropen essentieel is. De juf schreeuwde in volledige paniek, met schrille stem dat alle kinderen aan de zijkant van het plein moesten gaan staan. Ik keek omhoog naar waar de paniek van de juf vandaan kwam en zag in die boom een gigantische slang om een tak gekruld, met de meest prachtige heldere kleuren en patronen die ik ooit gezien had. Waarom raak je in paniek door een beest met zulke mooie kleuren? In mijn herinnering bleef ik eindeloos naar die slang kijken tot ik door de juf weggetrokken werd.
Nog steeds kan ik al die kleuren oproepen. Ik hoef maar te denken aan onze kaketoe. Of aan de picknickuitjes in het oerwoud (altijd een karabijn mee, het bleef tenslotte een jungle vol krokodillen en in die tijd kannibalen). Vlakbij de Kali (rivier) vond je altijd wel verschillende soorten bloemen, een paar paradijsvogels en nog veel meer vogels. Allemaal met machtig mooie kleuren.
Later woonde ik in Israël. De Judeawoestijn, de Dode Zee, Wadi Qelt, de Golanhoogten en de Negev zijn voor mij prachtige schakeringen van bruinen, roden, gelen, okers en paarsen met groene puntaccenten, en de zee: een intens diepblauw. De rode dodekop en bruinarseen en violette kleuren, gemengd met honderden variaties van okers, van geel bruinen en zwart witten uit de Sinaï.
Mijn reizen door het Midden-Oosten, Iran, India en Zuid-Amerika zijn ervaringen in kleur. Waarom en hoe dat werkt weet ik niet. Het heeft geen maatschappelijke relevantie of politieke betekenis, zoals tegenwoordig zo vaak geëist wordt van ‘Goede Kunst’. Geëngageerd zijn. Mijn engagement ligt in de beleving van kleur, het wordt mijzelf en als ik op een doek kleuren aanbreng, denk ik niet meer. Ik voel kleuren, ik ruik ze, proef ze, tast ze, eet ze op en ervaar een cerebraal visueel orgasme. Al vanaf dat ik vijf jaar was…
Ik lig met mijn Indische vriendje Paul op de grond in de slaapkamer en kijk stiekem door een kier van de deur naar het feestje, door mijn ouders gegeven. Beweging, muziek, dans en vrolijkheid. Wat doen die ouders van ons? We gluren omhoog, en zien op een halve meter afstand zijn wild dansende moeder. Prachtige gracieuze lichtbruine benen komen onder een felrode petticoat uit. Vanaf dat moment wist ik dat kleur alles zou worden in mijn leven. Hoe, geen idee. In grijs Holland ervoer ik dat nog meer. Freud zou misschien zeggen dat al die kleuren verwijzen naar mijn onbekommerde kindertijd in de tropen, die abrupt eindigde met de deportatie naar Nederland, waar prompt mijn moeder aan kanker overleed.
Geur en kleur van een lang ver weg verleden.
Het oerwoud begon vijftig meter van mijn huis vandaan. En daar vlakbij lag ook de kleuterschool. Ik herinner mij een plotselinge grote paniek in de pauze. Midden op het schoolplein stond een enorme boom om schaduw te geven, wat in de tropen essentieel is. De juf schreeuwde in volledige paniek, met schrille stem dat alle kinderen aan de zijkant van het plein moesten gaan staan. Ik keek omhoog naar waar de paniek van de juf vandaan kwam en zag in die boom een gigantische slang om een tak gekruld, met de meest prachtige heldere kleuren en patronen die ik ooit gezien had. Waarom raak je in paniek door een beest met zulke mooie kleuren? In mijn herinnering bleef ik eindeloos naar die slang kijken tot ik door de juf weggetrokken werd.
Nog steeds kan ik al die kleuren oproepen. Ik hoef maar te denken aan onze kaketoe. Of aan de picknickuitjes in het oerwoud (altijd een karabijn mee, het bleef tenslotte een jungle vol krokodillen en in die tijd kannibalen). Vlakbij de Kali (rivier) vond je altijd wel verschillende soorten bloemen, een paar paradijsvogels en nog veel meer vogels. Allemaal met machtig mooie kleuren.
Later woonde ik in Israël. De Judeawoestijn, de Dode Zee, Wadi Qelt, de Golanhoogten en de Negev zijn voor mij prachtige schakeringen van bruinen, roden, gelen, okers en paarsen met groene puntaccenten, en de zee: een intens diepblauw. De rode dodekop en bruinarseen en violette kleuren, gemengd met honderden variaties van okers, van geel bruinen en zwart witten uit de Sinaï.
Mijn reizen door het Midden-Oosten, Iran, India en Zuid-Amerika zijn ervaringen in kleur. Waarom en hoe dat werkt weet ik niet. Het heeft geen maatschappelijke relevantie of politieke betekenis, zoals tegenwoordig zo vaak geëist wordt van ‘Goede Kunst’. Geëngageerd zijn. Mijn engagement ligt in de beleving van kleur, het wordt mijzelf en als ik op een doek kleuren aanbreng, denk ik niet meer. Ik voel kleuren, ik ruik ze, proef ze, tast ze, eet ze op en ervaar een cerebraal visueel orgasme. Al vanaf dat ik vijf jaar was…
Ik lig met mijn Indische vriendje Paul op de grond in de slaapkamer en kijk stiekem door een kier van de deur naar het feestje, door mijn ouders gegeven. Beweging, muziek, dans en vrolijkheid. Wat doen die ouders van ons? We gluren omhoog, en zien op een halve meter afstand zijn wild dansende moeder. Prachtige gracieuze lichtbruine benen komen onder een felrode petticoat uit. Vanaf dat moment wist ik dat kleur alles zou worden in mijn leven. Hoe, geen idee. In grijs Holland ervoer ik dat nog meer. Freud zou misschien zeggen dat al die kleuren verwijzen naar mijn onbekommerde kindertijd in de tropen, die abrupt eindigde met de deportatie naar Nederland, waar prompt mijn moeder aan kanker overleed.
Geur en kleur van een lang ver weg verleden.
René de Rooze
René de Rooze is beeldend kunstenaar.