Een gehavend gesprek
Jorrit Thijn
14 juli 2017
De tuin geurt naar verse tijm, lavendel en rozemarijn, naar uitbundig bloeiende blauwe lissen en naar de zelfgebakken vijgentaart met honing voor mijn neus. Ik ben in het hof van Eden, maar niet dood. De zon schijnt. Het voorjaar is vroeg begonnen in Zuid-Frankrijk.
Het kleine gezelschap rond het bistrotafeltje onder de vijgenboom wacht af tot ik mijn antwoord heb geformuleerd. Mijn gastvrouw is een grande dame uit de Utrechtse dansscene. Met elke seconde die verstrijkt voel ik de verplichting zwaarder drukken om met een origineel inzicht te komen, waardoor ik nog langer de tijd neem en de druk op mijzelf nog verder verhoog.
‘De fotograaf Anton Corbijn heeft eens gezegd…,’ begin ik al meteen met plagiaat, ‘…dat de stijl van een kunstenaar te definiëren is door de oplossing die hij of zij heeft gevonden voor het gemis van een essentiële vaardigheid…’ Ik pauzeer even. Niet uit effectbejag, maar omdat ik niet zeker weet of hij dit gezegd heeft. ‘Het kan zijn dat ik het zelf verzonnen heb,’ geef ik als disclaimer, waarmee ik onbedoeld misschien veren steel die mij niet toekomen. Iets zinnigs zeggen over kunst…
#Ingewikkeld
#Eieren
#Breekbaar
‘De schrijver die geen lange spanningsboog aankan en daarom een roman samenstelt uit korte flarden en fragmenten,’ geef ik als voorbeeld. ‘Het is ook vaak de gehavende vorm waardoor ik geraakt word,’ vervolg ik. ‘Een danser, die ondanks een gekneusde enkel toch balans zoekt op precies dat gekwetste been…’ Ik begeef me met dat voorbeeld in dit gezelschap op glad ijs, realiseer ik me.
‘De lijdende kunstenaar,’ vat de grande dame mijn betoog fijntjes samen. Ik val opnieuw stil. Dat is juist niet wat ik bedoel. Ik staar stil de tuin in. Een vleug lentegroene herbes de Provence kriebelt loom mijn neus. Lijden lijkt me geen doel dat een kunstenaar ambieert en al helemaal niet dat wat hem of haar definieert. Het is hooguit een omstandigheid die inspireert.
‘Ik bedoel: die danser danst vele avonden dezelfde choreografie en streeft ernaar dat perfect te doen. Maar ik denk dat ik juist die ene avond dat hij zijn enkel verstuikt heeft en toch gaat dansen het mooist vind, omdat hij dan zoekt naar een manier om de choreografie toch te kunnen dansen, ondanks de kwetsuur.’ Mijn gastvrouw overweegt mijn repliek en ik schakel snel door naar een veiliger kunstvorm: ‘Bij Mondriaan vind ik zijn schilderijen waarin het realisme overgaat in abstractie het spannendst. Bijvoorbeeld zijn schilderijen van een appelboom.’
‘Nu beschrijf je een zoekende kunstenaar, een proces dat leidt naar schoonheid. Dat gaat over iets anders dan wat je net zei over de stijl van een kunstenaar en zijn of haar vermogen om oplossingen te vinden voor zijn of haar gebreken,’ weerlegt de grande dame.
‘Je kunt jezelf troosten met minder lelijk, maar die concessie zoek ik niet. Die reis leidt alleen tot een streven naar perfectie en dat pad is een dwaling waarbij het doel nooit bereikt kan worden,’ zeg ik zo stellig mogelijk. ‘Dat is volgens mij geen lijden. Ik vind dat een geruststellende gedachte: dat juist mijn gebreken mij in staat stellen om authentiek te zijn. Misschien zelfs om een mens te zijn,’ peins ik.
Ik ben door mijn originele inzichten heen. Ik realiseer me dat mijn teksten opnieuw vooral flarden en fragmenten zijn. De stilte gonst van de bijen en hommels die de blauwe lissen bezoeken. Stilletjes trek ik het laatste stuk vijgentaart naar me toe.
Het kleine gezelschap rond het bistrotafeltje onder de vijgenboom wacht af tot ik mijn antwoord heb geformuleerd. Mijn gastvrouw is een grande dame uit de Utrechtse dansscene. Met elke seconde die verstrijkt voel ik de verplichting zwaarder drukken om met een origineel inzicht te komen, waardoor ik nog langer de tijd neem en de druk op mijzelf nog verder verhoog.
‘De fotograaf Anton Corbijn heeft eens gezegd…,’ begin ik al meteen met plagiaat, ‘…dat de stijl van een kunstenaar te definiëren is door de oplossing die hij of zij heeft gevonden voor het gemis van een essentiële vaardigheid…’ Ik pauzeer even. Niet uit effectbejag, maar omdat ik niet zeker weet of hij dit gezegd heeft. ‘Het kan zijn dat ik het zelf verzonnen heb,’ geef ik als disclaimer, waarmee ik onbedoeld misschien veren steel die mij niet toekomen. Iets zinnigs zeggen over kunst…
#Ingewikkeld
#Eieren
#Breekbaar
‘De schrijver die geen lange spanningsboog aankan en daarom een roman samenstelt uit korte flarden en fragmenten,’ geef ik als voorbeeld. ‘Het is ook vaak de gehavende vorm waardoor ik geraakt word,’ vervolg ik. ‘Een danser, die ondanks een gekneusde enkel toch balans zoekt op precies dat gekwetste been…’ Ik begeef me met dat voorbeeld in dit gezelschap op glad ijs, realiseer ik me.
‘De lijdende kunstenaar,’ vat de grande dame mijn betoog fijntjes samen. Ik val opnieuw stil. Dat is juist niet wat ik bedoel. Ik staar stil de tuin in. Een vleug lentegroene herbes de Provence kriebelt loom mijn neus. Lijden lijkt me geen doel dat een kunstenaar ambieert en al helemaal niet dat wat hem of haar definieert. Het is hooguit een omstandigheid die inspireert.
‘Ik bedoel: die danser danst vele avonden dezelfde choreografie en streeft ernaar dat perfect te doen. Maar ik denk dat ik juist die ene avond dat hij zijn enkel verstuikt heeft en toch gaat dansen het mooist vind, omdat hij dan zoekt naar een manier om de choreografie toch te kunnen dansen, ondanks de kwetsuur.’ Mijn gastvrouw overweegt mijn repliek en ik schakel snel door naar een veiliger kunstvorm: ‘Bij Mondriaan vind ik zijn schilderijen waarin het realisme overgaat in abstractie het spannendst. Bijvoorbeeld zijn schilderijen van een appelboom.’
‘Nu beschrijf je een zoekende kunstenaar, een proces dat leidt naar schoonheid. Dat gaat over iets anders dan wat je net zei over de stijl van een kunstenaar en zijn of haar vermogen om oplossingen te vinden voor zijn of haar gebreken,’ weerlegt de grande dame.
‘Je kunt jezelf troosten met minder lelijk, maar die concessie zoek ik niet. Die reis leidt alleen tot een streven naar perfectie en dat pad is een dwaling waarbij het doel nooit bereikt kan worden,’ zeg ik zo stellig mogelijk. ‘Dat is volgens mij geen lijden. Ik vind dat een geruststellende gedachte: dat juist mijn gebreken mij in staat stellen om authentiek te zijn. Misschien zelfs om een mens te zijn,’ peins ik.
Ik ben door mijn originele inzichten heen. Ik realiseer me dat mijn teksten opnieuw vooral flarden en fragmenten zijn. De stilte gonst van de bijen en hommels die de blauwe lissen bezoeken. Stilletjes trek ik het laatste stuk vijgentaart naar me toe.
Jorrit Thijn
Jorrit Thijn is schrijver en verhalenverteller.
Meer over Jorrit Thijn?
Kijk op:
http://www.jorritthijn.nl/
eerlijk DELEN
14 juli 2017