De lege horizon
Carina Hesper
9 november 2018
In de zomer van 2012 kreeg ik een bijna-dodelijk ongeluk. Op de E17 vlakbij Gent kreeg een vrachtwagen een klapband aan zijn linkerachterwiel. Ik reed op de middelste baan vlak achter de vrachtwagen, het was druk en het regende. Door de spanning waarmee het rubber in één stuk losschoot, leek het in de lucht op een zwarte lap stof. Pas toen het vlakbij mijn voorruit kwam, zag ik de structuur van de band. Een minuscuul moment later klapte het met veel impact tegen de bijrijderskant van mijn voorruit, waardoor ik begon te slingeren richting de middenberm. In een split second realiseerde ik me dat als ik daar tot stilstand zou komen er zeker vijftig andere auto’s bovenop mij zouden knallen. Ik gooide mijn stuur naar rechts, en vloog tussen de afremmende vrachtwagen en de eerstvolgende personenauto door naar de zijkant van de weg, reed een talud af, schoot uit een greppel weer omhoog, waardoor alle airbags uitklapten en kwam op de parallelweg een paar meter voor een boom tot stilstand.
Dit alles gebeurde in enkele seconden. Ik wist zeker dat ik doodging, het was goed zo. Alleen; ik ging niet dood. De eerste politieagent ter plaatse verwoordde het als volgt: “De wet van Murphy, maar dan de andere kant op. U heeft extreem veel geluk gehad, het kan niet anders dan dat er meerdere beschermengeltjes op uw schouder hebben gezeten.”
Ruim een half jaar later zat ik in het vliegtuig naar Beijing. Ik wilde al een tijdje naar China, maar kreeg de residency financieel niet rond, omdat deze volgens subsidieverstrekkers niet noodzakelijk was voor mijn carrière. Ik had een aantal moeilijke maanden achter de rug met veel nekpijn, schouderklachten en vermoeidheid. Ik had een nieuwe start nodig, en besloot een renteloze lening af te sluiten om het mogelijk te maken. Ik ging voor een residency van vier maanden en liet al het bekende, inclusief mijn vriend achter in comfortabel Nederland. Waarom ik naar China wilde? Omdat ik me er geen voorstelling van kon maken hoe het zou zijn, en misschien juist ook omdat ik de taal niet sprak. Die lege horizon was precies wat ik nodig had.
De beginperiode was totaal oncomfortabel. Mijn residency plek was een koud kamertje met een kale betonnen vloer en een keihard bed. Emotioneel merkte ik dat ik eigenlijk geen idee had wie ik was en wat ik belangrijk vond. Ik was zo ontzettend goed geworden in zorgen voor anderen en aanvoelen wat ze nodig hadden, dat ik mezelf compleet was vergeten ergens onderweg. En ik sprak geen woord Chinees, en de meeste Chinezen geen woord Engels. Alle vertrouwde omgevingsgeluiden en invloeden van mijn eigen taal, vrienden en familie waren tot oorverdovende stilte gebracht.
In het 24/7 kabaal van de metropool Beijing kon ik een nieuw begin maken. Het begin van míjn eigen leven. Deze periode werd mijn meest vruchtbare en productieve werkperiode als kunstenaar. Er was zo weinig afleiding en ruis, dat ik de kans kreeg een nieuwe fundering op te bouwen als mens en kunstenaar. Ik durfde me open en kwetsbaar op te stellen, mijn ideeën te vertellen aan de wereld. Hier is mijn boek Like a Pearl in my Hand ontstaan, en heb ik mijn missie als kunstenaar kunnen definiëren: mijn werk gaat over de kracht van kwetsbaarheid. De confrontatie met de kwetsbaarheid van mijn eigen leven heeft ervoor gezorgd dat ik eindelijk écht ben gaan leven.
Dit alles gebeurde in enkele seconden. Ik wist zeker dat ik doodging, het was goed zo. Alleen; ik ging niet dood. De eerste politieagent ter plaatse verwoordde het als volgt: “De wet van Murphy, maar dan de andere kant op. U heeft extreem veel geluk gehad, het kan niet anders dan dat er meerdere beschermengeltjes op uw schouder hebben gezeten.”
Ruim een half jaar later zat ik in het vliegtuig naar Beijing. Ik wilde al een tijdje naar China, maar kreeg de residency financieel niet rond, omdat deze volgens subsidieverstrekkers niet noodzakelijk was voor mijn carrière. Ik had een aantal moeilijke maanden achter de rug met veel nekpijn, schouderklachten en vermoeidheid. Ik had een nieuwe start nodig, en besloot een renteloze lening af te sluiten om het mogelijk te maken. Ik ging voor een residency van vier maanden en liet al het bekende, inclusief mijn vriend achter in comfortabel Nederland. Waarom ik naar China wilde? Omdat ik me er geen voorstelling van kon maken hoe het zou zijn, en misschien juist ook omdat ik de taal niet sprak. Die lege horizon was precies wat ik nodig had.
De beginperiode was totaal oncomfortabel. Mijn residency plek was een koud kamertje met een kale betonnen vloer en een keihard bed. Emotioneel merkte ik dat ik eigenlijk geen idee had wie ik was en wat ik belangrijk vond. Ik was zo ontzettend goed geworden in zorgen voor anderen en aanvoelen wat ze nodig hadden, dat ik mezelf compleet was vergeten ergens onderweg. En ik sprak geen woord Chinees, en de meeste Chinezen geen woord Engels. Alle vertrouwde omgevingsgeluiden en invloeden van mijn eigen taal, vrienden en familie waren tot oorverdovende stilte gebracht.
In het 24/7 kabaal van de metropool Beijing kon ik een nieuw begin maken. Het begin van míjn eigen leven. Deze periode werd mijn meest vruchtbare en productieve werkperiode als kunstenaar. Er was zo weinig afleiding en ruis, dat ik de kans kreeg een nieuwe fundering op te bouwen als mens en kunstenaar. Ik durfde me open en kwetsbaar op te stellen, mijn ideeën te vertellen aan de wereld. Hier is mijn boek Like a Pearl in my Hand ontstaan, en heb ik mijn missie als kunstenaar kunnen definiëren: mijn werk gaat over de kracht van kwetsbaarheid. De confrontatie met de kwetsbaarheid van mijn eigen leven heeft ervoor gezorgd dat ik eindelijk écht ben gaan leven.
Carina Hesper
Carina Hesper is beeldend kunstenaar en fotografe.
Meer over Carina Hesper?
Kijk op:
https://www.carinahesper.nl/
eerlijk DELEN
9 november 2018