De genialiteit van de eenvoud

Hidde Roorda
9 oktober 2020
Bas spelen lijkt voor veel mensen makkelijk en saai. Hoe vaak heb ik wel niet de vraag gekregen of ik bas ben gaan spelen, omdat gitaar te moeilijk was, of ik het niet saai vind om de hele tijd hetzelfde te spelen, of het niet vervelend is om maar één noot tegelijk te mogen spelen…
Als bassist heb je echter een belangrijke taak. Eén van mijn docenten zei altijd dat je als bassist het publiek laat dansen. Niet de drummer is verantwoordelijk voor de dansvloer, maar jij als bassist. Je kunt met je baslijn een drumpartij heel funky maken, of helemaal in laten storten. Luister bijvoorbeeld eens naar Chelsea Rodgers van Prince; op het moment dat bassist Sonny T inzet, wordt de bassdrum uit het intro met terugwerkende kracht enórm funky. Sterker nog: als je daarna het liedje nog een keer opzet vóel je die baslijn al in de bassdrum.

Behalve die belangrijke taak om het publiek te laten dansen, moet je het als bassist voor jezelf toch vaak leuk maken. Heel veel popmuziek gaat na verloop van tijd op elkaar lijken, en zeker in het commerciëlere circuit zijn de interessante baslijntjes ver te zoeken. Dan moet je dus het plezier gaan zoeken in de details: grapjes met de drummer, een klein momentje van virtuositeit, of gewoon je partij zo goed mogelijk spelen en daarmee het nummer naar een hoger niveau tillen, bij voorkeur zonder dat het publiek het doorheeft.

Er zijn talloze voorbeelden te noemen, maar mijn absolute favoriet komt uit een liedje van K3. Ik moest ooit invallen bij een coverband en daar stond Oya Lélé op de setlist, en op dat soort momenten zakt de motivatie bij mij vaak tot een bedenkelijk niveau: ik moest K3 gaan uitzoeken. In het begin dacht ik nog ‘goh, wat een goed geprogrammeerde synthesizer’, maar bij de bridge werd ik wakker: wat hoor ik daar in de verte voor misbaar? Er kwam een waanzinnige mini-solo voorbij, waarvoor ik in de meeste bands meteen ontslagen zou worden, maar Vincent Pierins, huisbassist van Studio 100, kreeg het voor elkaar om deze virtuoze uitspatting in te spelen én blijkbaar vond de producer van dienst haar zo vet dat hij haar in de uiteindelijke productie heeft laten staan.

Om dit soort dingen te horen moet je wel je oren trainen. Begin eens met muziek waar de baslijnen wat prominenter zijn, denk bijvoorbeeld aan klassieke disconummers, of aan artiesten als Jamiroquai, Stevie Wonder en zelfs Michael Jackson. Daarna kun je gaan grasduinen in de popmuziek naar opvallend onopvallende spektakelstukjes zoals in K3, maar ook op de laatste albums van Dua Lipa en Adele kun je fijne baspartijtjes vinden.

Dus voordat je aan een bassist vraagt ‘kun je basgitaar studéren?!’, denk dan eens aan Vincent Pierins. Denk eens aan Sonny T. Denk eens aan hoe saai die liedjes waren geweest als er niet zo’n geweldige baspartij onder had gezeten. En als je weer naar een concert gaat, let dan eens op de bassist. Ze doen meer dan je denkt.
Hidde Roorda
Hidde Roorda is bassist.



Meer over Hidde Roorda?
Kijk op:
http://www.hidderoorda.nl/

eerlijk DELEN

9 oktober 2020