Een als kind krijsende patiënt

Jibbe Willems
17 mei 2019
In 2004, vers afgestudeerd aan de Toneelacademie, zou het hemelbestormen eindelijk beginnen, al dreigde vooral het Zwarte Gat. Ik had mezelf vier jaar lang voorgelogen dat een carrière als acteur er best inzat, ik had mezelf niet voor niets vier jaar gekastijd met faalangst en podiumvrees. Maar terwijl mijn mede-alumni furore maakten, bleef mijn balboekje angstwekkend leeg. Al bijna had ik mijn acteursambities aan de wilgen gehangen (had ik het maar gedaan) toen me een rol werd aangeboden. Een hoofdrol. Bij Het Zuidelijk Toneel nog wel, in die tijd artistiek geleid door mijn Held Johan Simons. Het was een bewerking van De Toverberg en ik zou Hans Castorp spelen.

Dit stuk moest het lanceerplatform van mijn carrièreraket worden en op de reis door de theaterhemel zou ik naar sterrenregens reiken, onderwijl high-fivend met Bokma, Blok, Scholten van Aschat, en die andere Willems, Jeroen, al bijna mijn gelijke. Ik maakte een plekje op de schoorsteenmantel vrij voor de Louis d’Or.

‘Een mislukking’, las ik daags na de première in een landelijke krant. De recensent vond de voorstelling ‘vooral een naargeestige ervaring.’ Het artikel, opgesierd met een grote foto van mij, zodat ook de analfabete lezers van het dagblad op de hoogte zouden zijn van mijn smadelijke nederlaag, ging na wat algemene informatie over op het neersabelen van, nou ja, mij. ‘Acteur Willems is een speler die met zoveel theatraal vertoon zichzelf op de voorgrond dringt, dat elke nuance in de tekst verloren gaat. Hij gunt zich rust nog duur, weet niets van stilte of geheimzinnige suggestie.’ Een paar regels later heet ik een ‘als een kind krijsende patiënt’ en bied ik ‘geen sprankje schoonheid of ontroering.’ De recensie eindigt met: ‘Een fameus, tot de verbeelding sprekend personage als een boerende man te aanschouwen, doodt elke subtiliteit die leeft in de fantasie van de lezer.’ De aanbeveling dit stuk beter ongezien te laten was na dit oordeel nogal overbodig.

Het heeft me nog drie jaar gekost voor ik de realiteit onder ogen durfde te zien: als acteur was ik niet goed genoeg. Ik stopte. En, tot mijn verbijstering, kreeg ik de liefde voor theater, die ongemerkt was weggesijpeld, terug. Niet als acteur, maar als schrijver. Niet op de vloer, maar achter mijn scherm. Niet als dienaar van de regisseur, maar als god van mijn personages.

Had ik meteen naar de recensent moeten luisteren? Ik weet het niet. Misschien zit er iets cathartisch in een pad vol tegenslagen, in een gevecht tussen negatieve feedback, doorzettingsvermogen tegen steeds beter weten in, in pogingen er iets van te maken, misschien was het een louterende worsteling naar zelfinzicht die me verder heeft geholpen in wat ik nu doe. Misschien was ik nooit toneelschrijver geworden zonder deze beproevingen.

Veel later, tijdens een diner, zat ik naast de recensent. Hij vroeg of hij me ergens van kende. “U heeft me jaren geleden volledig de grond ingeschreven”. Daar wist hij niks meer van, en hij draaide zich om. “U had gelijk,” wilde ik zeggen, maar ik kreeg het niet over mijn lippen. En hij luisterde al niet meer.
Jibbe Willems
Jibbe Willems is toneelschrijver.



Meer over Jibbe Willems?
Kijk op:
http://jibbewillems.net/

eerlijk DELEN