Mooi ding
Wiard van der Kooij
15 juni 2018
Mijn huisgenote speelt altviool en studeert aan het conservatorium. Ik geloof dat ik haar daarom verkoos, verleden augustus. Een beetje lullen over muziek vind ik heel erg leuk. En zo ging het de eerste maanden: we lulden een beetje over muziek en wat dies meer zij.
Op een gegeven moment bemerkte ik dat we wel meer dan een beetje over muziek aan het lullen waren. We ontwaakten iedere ochtend rond dezelfde tijd, ontmoetten elkaar in de woonkamer en ontbeten urenlang. We zongen mooie liedjes en als we getweeën boodschappen deden, vond ik dat het hoogtepunt van mijn dag. Wanneer ik kon, deed ik haar concerten aan.
Normaal gesproken bezoek ik concerten voor de muziek: de kunstbeleving staat centraal. Ja, het is aardig om met vrienden te gaan, maar ik ga net zo lief alleen. Ik was eens met een ander meisje, waar ik zeer verliefde gevoelens voor koesterde, naar een optreden van de Amerikaanse jazzpianist Craig Taborn in het Bimhuis, maar ik vergat dat zij er was. In de pauze spraken we elkaar, we stonden een sigaret te roken en ik vroeg haar wat ze ervan vond. Ze vond het mooi, zei ze, en ze kreeg ontzettend veel zin in seks van de muziek. ‘Hoezo krijg je hiervan nou zin in seks?!’ Ik begreep er geen fuck van, want ik was gepreoccupeerd met de muziek, en ondanks mijn affectie, niet met haar.
Maar met mijn huisgenote, die zelf het podium beklom, was het andere koek. Ook al speelde het orkest belabberd, het deerde me niet, ik kon het niet droog houden. Na afloop liep ik over van trots en admiratie. Het had er de schijn van dat zij mij ook wel oké vond. Op veertien februari kocht ik een uit de kluiten gewassen kamerplant, prachtige pot incluis, voor mijn huisgenote. Ze houdt erg van planten, praat ertegen, wat ik allemaal erg beminnelijk vind.
Ach, plots praatte mijn lieve huisgenote een maand niet tegen mij. Het was niet zo’n succes.
Het gaat inmiddels wel wat beter tussen ons. Maar saampjes uren ontbijten, zit er niet meer in. De koude muren van ons appartement moeten het zonder de warme klanken onzer stemmen, welke eens vol overgave My love is your love van Whitney Houston zongen, stellen. Wel hebben we een nieuwe gezamenlijke activiteit. Bekvechten over fucking domme shit.
Gisteravond trad mijn huisgenote op in de concertzaal waar ik foyermedewerker ben. Ik ging niet luisteren. Na afloop kwam ze naar me toe en vroeg ze of ik haar altviool naar huis wilde brengen, ze ging nog stappen. Natuurlijk. Met haar liefste bezit op mijn rug fietste ik behoedzaam huiswaarts, eenmaal thuis legde ik het ding op haar bed. Ik wierp een blik op de plant, die in de woonkamer staat. ‘t Blijft een mooi ding.
Op een gegeven moment bemerkte ik dat we wel meer dan een beetje over muziek aan het lullen waren. We ontwaakten iedere ochtend rond dezelfde tijd, ontmoetten elkaar in de woonkamer en ontbeten urenlang. We zongen mooie liedjes en als we getweeën boodschappen deden, vond ik dat het hoogtepunt van mijn dag. Wanneer ik kon, deed ik haar concerten aan.
Normaal gesproken bezoek ik concerten voor de muziek: de kunstbeleving staat centraal. Ja, het is aardig om met vrienden te gaan, maar ik ga net zo lief alleen. Ik was eens met een ander meisje, waar ik zeer verliefde gevoelens voor koesterde, naar een optreden van de Amerikaanse jazzpianist Craig Taborn in het Bimhuis, maar ik vergat dat zij er was. In de pauze spraken we elkaar, we stonden een sigaret te roken en ik vroeg haar wat ze ervan vond. Ze vond het mooi, zei ze, en ze kreeg ontzettend veel zin in seks van de muziek. ‘Hoezo krijg je hiervan nou zin in seks?!’ Ik begreep er geen fuck van, want ik was gepreoccupeerd met de muziek, en ondanks mijn affectie, niet met haar.
Maar met mijn huisgenote, die zelf het podium beklom, was het andere koek. Ook al speelde het orkest belabberd, het deerde me niet, ik kon het niet droog houden. Na afloop liep ik over van trots en admiratie. Het had er de schijn van dat zij mij ook wel oké vond. Op veertien februari kocht ik een uit de kluiten gewassen kamerplant, prachtige pot incluis, voor mijn huisgenote. Ze houdt erg van planten, praat ertegen, wat ik allemaal erg beminnelijk vind.
Ach, plots praatte mijn lieve huisgenote een maand niet tegen mij. Het was niet zo’n succes.
Het gaat inmiddels wel wat beter tussen ons. Maar saampjes uren ontbijten, zit er niet meer in. De koude muren van ons appartement moeten het zonder de warme klanken onzer stemmen, welke eens vol overgave My love is your love van Whitney Houston zongen, stellen. Wel hebben we een nieuwe gezamenlijke activiteit. Bekvechten over fucking domme shit.
Gisteravond trad mijn huisgenote op in de concertzaal waar ik foyermedewerker ben. Ik ging niet luisteren. Na afloop kwam ze naar me toe en vroeg ze of ik haar altviool naar huis wilde brengen, ze ging nog stappen. Natuurlijk. Met haar liefste bezit op mijn rug fietste ik behoedzaam huiswaarts, eenmaal thuis legde ik het ding op haar bed. Ik wierp een blik op de plant, die in de woonkamer staat. ‘t Blijft een mooi ding.
Wiard van der Kooij
Wiard van der Kooij schrijft verhalen.