Alles in onze omgeving zien we op de huid. De enkele keer dat we erdoorheen kijken, is dat verrassend, verwarrend, schokkend. Daarom fascineert de huid. De modeontwerper ziet haar als materiaal, de architect als Grote Vorm en de dichter als metafoor voor de grens tussen innerlijk en uiterlijk. Mode en architectuur worden als verschillende disciplines gezien. Is dat wel terecht? De modeontwerper en de architect willen beide op de mens een nieuwe huid aanbrengen, als een fraaie, functionele bescherming tegen de elementen. Waar eindigt de huid en begint het kledingstuk? Waar eindigt het kledingstuk en begint de architectuur? Deze week verdiepen we ons in het grensgebied tussen diverse ‘huiden’. Dit doen we door allerlei objecten te maken, van fluweel tot beton, van jas tot boomhut.