Anton Tsjechov (Rusland 1860 – 1904) heeft klassiekers geschreven als de Meeuw, Drie Zusters en Oom Wanja ). In zijn karakteristieke rustige stukken werpt hij vaak conflicten op. Hij onderzoekt de aspecten ervan, maar suggereert zelden een oplossing. Dit maakt zijn teksten voor regisseurs ook nu nog interessant. Tsjechovs personages zitten vol grote gedachten en dromen. Ze willen heel veel, maar ondernemen erg weinig. De kleine wereld van de personages speelt op de voorgrond. Op de achtergrond spelen de grotere zaken. Dat verhaal is bij hem dan ook een bijzaak die vaak snel verteld of benoemd wordt. Het gaat hem vooral om de personages, met hun karakters, zin en onzin en alle problematiek die daar uit voortvloeit.
Deze week gaan we spelen en werken aan scènes in de geest van Tsjechov. Vanuit teksten van Tsjechov zoeken we naar atmosferen en bouwen we aan situaties die vergelijkbaar zijn met het origineel. Vanuit geleide fantasie en improvisatie krijgen we dan originele scènes, adaptaties daarvan, of volledig vrije interpretaties. We benaderen de tekst en de scènes vanuit de logica van de door ons gevormde personages en aan het einde van de week presenteren we een bijzonder gevarieerde Tsjechov.
Fysieke inleving, ruimtelijk besef en de muzikaliteit van de taal van het lichaam zullen bij de verschillende spel oefeningen een belangrijke rol spelen.