Het landschap zou een uitvinding van de kunst zijn. Wij kijken naar een landschap zoals we dat van de schilderijen hebben geleerd. Eerst nog schilderde men bomen of bergen als op zichzelf staande objecten. Later ook beweeglijke wolkenluchten en spiegelende waterpartijen om de virtuositeit van de schilder te bewijzen. We bekijken schilders als Monet, een impressionist, Kiefer, met zijn enorme met zand en stro beplakte schilderijen en Klee, vanwege zijn kleurcomposities. Cezanne was een van de eerste schilders die de mate van abstractie van landschapsschilderkunst onderzocht. Ons doel is niet het zo goed mogelijk naschilderen, maar het gebruik van het landschap als inspiratiebron. We onderzoeken hoe we onze waarneming en ons gevoel het beste kunnen uitdrukken in verf, kleur en compositie. Het landschap is op een verborgen manier een zelfportret.
- Meer van Marianne Roodenburg