Er is een toneeltekst. Er is een speler. De speler zegt een tekst, gekleurd door zijn/haar interpretatie, of op basis van een analyse van de regisseur of dramaturg. In deze week staat de speler en de omgang met de tekst centraal. Als eerste leert de speler om de tekst neutraal te zeggen om zo de tekst zelf te laten spreken. Op deze manier ontstaat op de speelvloer een betekenis van de tekst voor die speler, op dat moment. We gaan werken met stukken van Tsjechow en/of Bernard. Aan het eind van de week zullen we een eenakter presenteren.