Your Mother Should Know

Hester Zijlstra
28 juli 2017
Mijn moeder wil per se een documentaire over The Beatles met mij kijken en ik ben vastberaden er niks aan te vinden. Het is muziek uit een andere tijd en daarom heb ik er nou eenmaal geen band mee. Maar terwijl mijn moeder de commentaarstem aanvult met haar eigen kennis en ik nog wat dieper in de bank zak, begint de docu mij te boeien. Ik zie beelden van mensen die bij slecht weer in een rij van anderhalve kilometer staan, om vier jolige jongens te kunnen zien spelen die alleen maar een beetje lol willen maken. Tijdens een optreden in Amerika verdringen mensen elkaar met duizenden tegelijk om dichter bij het podium te komen. Mensen raken gewond. Kinderen komen in het ziekenhuis te liggen. Ik zie een zeldzaam nieuw fenomeen, de verwondering die dat teweegbrengt, de massa’s krijsende en huilende mensen, en ik baal dat ik in een tijd leef waarin goede muzikanten, gevulde stadions en platgestampte festivalvelden een vanzelfsprekendheid zijn. In de jaren ’60 was een groot muziekevenement nog iets bijzonders. Nu wordt er gegild en gekrijst voor zoveel vrolijke (of minder vrolijke) bandjes. Er worden achter elkaar popnummers bedacht die meestal verdacht vergelijkbare akkoordenschema’s en melodieën hebben. Wat nu de regel is, gebeurde toen voor het eerst.

Onder kunst versta ik het liefst alles wat mensen met passie voor elkaar maken en doen. Alles waarbij uiting wordt gegeven aan een bepaald gevoel, een moraal, tijdgeest of tegengeluid, of dit nu voor de massa is of voor een kleinere groep mensen. Maar is het nu de kunst om iets heel goed te kunnen? Of om heel goed iets nieuws en origineels te kunnen wat anderen niet kunnen? Of om andere kundigen goed te kunnen nadoen? Een jonge Paul McCartney zegt op de vraag welke invloed hij denkt dat The Beatles hebben op de westerse cultuur: “It’s not culture, it’s a good laugh!” De Beatles waren, zeker in hun begintijd, met veel plezier, spontaniteit en eenvoudige middelen, vernieuwend en ongeëvenaard. In twintig minuten hadden ze de basis voor een nieuw nummer in elkaar gejamd. De drummer had geen oortjes en kon tijdens een optreden niets horen van wat de anderen deden. Nu zou dit onprofessioneel zijn. The Beatles hadden een enorme invloed op cultuur, maar dit overkwam hen. Er was eigenlijk “geen kunst aan”. Kunst is daarom misschien wel helemaal het verkeerde woord voor kunst.

Oké, misschien waren The Beatles niet helemaal nieuw. Ook zij hebben zich door andere artiesten laten inspireren, Elvis bijvoorbeeld. Toch waren zij relatief nieuw en daardoor heel bijzonder. Er waren er niet veel zoals zij. Het is nu, dankzij allerlei technologische ontwikkelingen, veel makkelijker geworden om gevolg te geven aan de wens “ik wil dat ook!”, en juist daarom veel moeilijker om bijzonder te zijn. Iedereen kan een filmpje van zichzelf op YouTube zetten, iedereen kan zichzelf promoten op Facebook, iedereen kan meedoen aan een schrijfwedstrijd of een webwinkel beginnen met zijn eigen schilderijen. Hoe meer zichtbaarheid, hoe groter de druk je te onderscheiden, terwijl het tegelijkertijd ook moeilijker is je te onderscheiden.

De documentaire is bijna afgelopen. Mijn moeder is in slaap gevallen en ik ben in een stoel dichterbij de televisie gaan zitten. The Beatles hebben zo genoeg van de roem dat ze hun laatste concert op een dak spelen. Ik zie beelden van verbaasde mensen op straat die omhoog kijken, maar net niet over de dakrand heen kunnen zien en heb heimwee. Heimwee naar een tijd waarin ik er nog niet was. Heimwee naar een tijd waarin van alles er nog niet was, en daarom nieuw kon zijn.
Hester Zijlstra
Hester Zijlstra schrijft toneel, film en proza.



Meer over Hester Zijlstra?
Kijk op:
https://www.hesterzijlstra.nl/

eerlijk DELEN

28 juli 2017