Wonder
Rob de Graaf
6 april 2018
Is vandaag, deze zaterdag, de eerste echte voorjaarsdag? Ik loop door het stadspark en ik weet dat het antwoord ‘ja’ moet zijn. De zon is nog bleek, maar de geur die leven in zich draagt, is overal en de zachte lucht hangt haast tastbaar om me heen. Wat een wonder! Niet alleen dat ik dit kan ondergaan – dat kunnen dieren net zo goed als mensen – maar dat ik er ook woorden aan kan geven, dat het me vervult met herinneringen, met verwachtingen. Wat een wonder dat wij een bewustzijn hebben.
Later die dag ben ik thuis en zie ik op mijn computerscherm livebeelden uit Washington DC. Jongeren – tienduizenden jongeren – komen bij elkaar omdat ze zich verzetten tegen het geweld dat hun land en hun levens bedreigt. Ik zie en ik hoor het ene na het andere gepassioneerde betoog en ik verwonder me over de zelfbewuste welbespraaktheid die hier wordt gemanifesteerd. Ik koester me in hun verontwaardiging, in hun levenskracht, in hun geloof dat er iets anders mogelijk is dan de grauwste werkelijkheid. Dan merk ik dat degene met wie ik mijn leven deel achter me is komen staan en al een tijdlang meekijkt. Met vochtige ogen en weke lippen draai ik me naar hem toe. “Ja… Heel mooi en heel ontroerend,” zegt hij, “Maar het lijkt wel of ze allemaal dezelfde mediatraining hebben gehad, vind je niet? Allemaal dezelfde opbouw: licht beginnen, dan heftig worden en aan het eind weer zacht en persoonlijk zijn. ’t Is toch een handigheid van ze om zo te praten – ’t zijn handelsreizigers in oprechtheid – dat zie jij toch ook?” Ik kan alleen maar zwijgen, verward. Hoe kun je zo koel naar zoiets kijken? Iets later verzoen ik me daarmee en besef ik dat het een wonder is dat wij mensen dezelfde dingen zo verschillend kunnen ondergaan.
Die avond ben ik met een vriendin in het theater. Het stuk dat we zien is een soort collagevoorstelling: ik zie een reeks schamele gebeurtenisjes aan me voorbijtrekken. Ik hoor woorden die niets oproepen, ik word niet op gedachten gebracht en niet uitgedaagd om iets te voelen – maar ik merk wel hoe in de stoel naast me de gevoelstemperatuur snel oploopt. Als ik opzij kijk, zie ik hoe mijn vriendin – zij is toch een kritisch type en meestal zijn we het met elkaar eens – in een volkomen betovering deelneemt aan dit theaterritueel. Na afloop bij het biertje aan de bar raakt zij niet uitgepraat over de schoonheid, de waarheid en de herkenbaarheid van wat ze heeft meegemaakt. Dít heeft ze gezien en dát heeft ze meegekregen en daar is ze zó haar eigen leven tegengekomen… Ik weet dat ik geen andere keuze heb dan om mijn eigen scepsis, en de snedige taal waarin ik die zou willen verwoorden, voor me te houden. Wat een wonder: we delen zoveel, we denken dat we elkaar begrijpen – maar dat sluit niet uit dat we hetzelfde tegengesteld kunnen ervaren.
De dag na die eerste milde lentezaterdag is het buiten grauw en koud. De wereld sluit haar deuren, de zon houdt zich verborgen – we moeten het zelf maar uitzoeken en we mogen blij zijn dat we een dikke jas hebben. Wat een wonder: niets is voorspelbaar, de werkelijkheid laat zich door ons niet sturen. Weersvoorspellingen komen, net als alle andere voorspellingen, niet altijd uit. Ze hadden indertijd die toneelgroep ook ‘Concordia’ kunnen noemen – maar ze waren slimmer en dus werd het ‘Discordia’. Eenheid en voorspelbaarheid maken ons lui en tevreden – pas bij tweedracht, bij het besef hoe grillig alles is, gedijen we en komt onze geest in beweging.
Later die dag ben ik thuis en zie ik op mijn computerscherm livebeelden uit Washington DC. Jongeren – tienduizenden jongeren – komen bij elkaar omdat ze zich verzetten tegen het geweld dat hun land en hun levens bedreigt. Ik zie en ik hoor het ene na het andere gepassioneerde betoog en ik verwonder me over de zelfbewuste welbespraaktheid die hier wordt gemanifesteerd. Ik koester me in hun verontwaardiging, in hun levenskracht, in hun geloof dat er iets anders mogelijk is dan de grauwste werkelijkheid. Dan merk ik dat degene met wie ik mijn leven deel achter me is komen staan en al een tijdlang meekijkt. Met vochtige ogen en weke lippen draai ik me naar hem toe. “Ja… Heel mooi en heel ontroerend,” zegt hij, “Maar het lijkt wel of ze allemaal dezelfde mediatraining hebben gehad, vind je niet? Allemaal dezelfde opbouw: licht beginnen, dan heftig worden en aan het eind weer zacht en persoonlijk zijn. ’t Is toch een handigheid van ze om zo te praten – ’t zijn handelsreizigers in oprechtheid – dat zie jij toch ook?” Ik kan alleen maar zwijgen, verward. Hoe kun je zo koel naar zoiets kijken? Iets later verzoen ik me daarmee en besef ik dat het een wonder is dat wij mensen dezelfde dingen zo verschillend kunnen ondergaan.
Die avond ben ik met een vriendin in het theater. Het stuk dat we zien is een soort collagevoorstelling: ik zie een reeks schamele gebeurtenisjes aan me voorbijtrekken. Ik hoor woorden die niets oproepen, ik word niet op gedachten gebracht en niet uitgedaagd om iets te voelen – maar ik merk wel hoe in de stoel naast me de gevoelstemperatuur snel oploopt. Als ik opzij kijk, zie ik hoe mijn vriendin – zij is toch een kritisch type en meestal zijn we het met elkaar eens – in een volkomen betovering deelneemt aan dit theaterritueel. Na afloop bij het biertje aan de bar raakt zij niet uitgepraat over de schoonheid, de waarheid en de herkenbaarheid van wat ze heeft meegemaakt. Dít heeft ze gezien en dát heeft ze meegekregen en daar is ze zó haar eigen leven tegengekomen… Ik weet dat ik geen andere keuze heb dan om mijn eigen scepsis, en de snedige taal waarin ik die zou willen verwoorden, voor me te houden. Wat een wonder: we delen zoveel, we denken dat we elkaar begrijpen – maar dat sluit niet uit dat we hetzelfde tegengesteld kunnen ervaren.
De dag na die eerste milde lentezaterdag is het buiten grauw en koud. De wereld sluit haar deuren, de zon houdt zich verborgen – we moeten het zelf maar uitzoeken en we mogen blij zijn dat we een dikke jas hebben. Wat een wonder: niets is voorspelbaar, de werkelijkheid laat zich door ons niet sturen. Weersvoorspellingen komen, net als alle andere voorspellingen, niet altijd uit. Ze hadden indertijd die toneelgroep ook ‘Concordia’ kunnen noemen – maar ze waren slimmer en dus werd het ‘Discordia’. Eenheid en voorspelbaarheid maken ons lui en tevreden – pas bij tweedracht, bij het besef hoe grillig alles is, gedijen we en komt onze geest in beweging.
Rob de Graaf
Rob de Graaf schrijft toneelsteksten.
eerlijk DELEN
6 april 2018