Vrolijke ruis
Floor van Lissa
26 april 2019
Ik was iets vergeten. Ik was vergeten hoe ik naar de wereld keek, voordat ik RSI kreeg en mijn blik voor een paar jaar smal werd door de pijn in mijn lijf en hoofd. Natuurlijk had ik me soms, als grijze dagen zich aan elkaar regen, herinnerd dat er een tijd was geweest waarin elke dag anders voelde, nieuw, spannend en waardevol. Maar waar dat nou precies in zat?
En ineens hoorde ik het mezelf zeggen: “Scenarioschrijven begint met kijken.” En daarna; “Als je goed kijkt, zal je elke dag cadeautjes krijgen. Dingen die je nog nooit precies zo hebt gezien, die verrassend of poëtisch zijn, of heel kernachtig iets over iemand of een situatie zeggen.” En ineens wist ik wat er veranderd was. Ik zocht niet meer naar visuele cadeautjes.
Of in ieder geval niet met de juiste motivatie. Ik deelde wat ik zag in als ‘materiaal’ en ‘de rest’. En aan die restcategorie besteedde ik nauwelijks meer aandacht. En ineens besefte ik dat dit niet alleen voor kijken gold, maar ook voor bedenken. Ik bedacht zelden tot nooit meer dingen, gewoon omdat ik dat kan, om mezelf te vermaken en te verrassen. Ik was prima in staat om gericht nieuwe dingen te bedenken, in opdracht van mezelf of anderen, maar deed het zelden meer in het wilde weg. Vakkundig had ik alle ruis weggesneden. Uit mijn blikveld en mijn hoofd. Misschien een logisch mechanisme als je maar beperkte energie hebt en toch wil blijven functioneren en creëren, maar uiteindelijk zeer ondermijnend.
Het is logisch dat er functies bij komen als je je werk maakt van iets wat je eerste instantie vooral voor jezelf deed. Het wordt iets waar je bewondering of kritiek mee kan oogsten, waar je van kan eten en de kroeg in kan. Het wordt wat je doet als mensen daarnaar vragen en wat je zou moeten doen als je achter je bureau zit.
Maar dat is niet waarom ik ben gaan schrijven. Of, laat ik het niet zo beperken; waarom ik dingen wil maken. Ooit was het allemaal vrolijke (en minder vrolijke) ruis. Ik moest naar school en huiswerk maken, maar alles daaromheen was oneindig veel interessanter en moest verteld en verbeeld worden. Elk idee vond zijn eigen (soms gemankeerde) vorm, maar toen ik ging studeren en voor schrijven koos, groeide langzaam de overtuiging dat ik moest stoppen met alle andere dingen; fotograferen, filmpjes maken, schilderen, omdat ik daarin niet goed genoeg was. En toen kwam de RSI en was er al helemaal geen ruimte meer voor ogenschijnlijk doelloos gespeel. Weg vrolijke ruis. En weg bleef ie, lange tijd, ook toen het fysiek weer beter ging. Tot ineens het kwartje viel.
Ruis is zoveel meer dan afleiding. Ruis is wat je niet kan duiden, wat ontspoort of irriteert, wat geen plek vindt maar toch raakt, een kleine interactie, iets zonder nut maar met zin, wat de ene dag doet verschillen van de andere. Ruis is het leven, ruis is kunst. De kunst die ik wil maken.
En ineens hoorde ik het mezelf zeggen: “Scenarioschrijven begint met kijken.” En daarna; “Als je goed kijkt, zal je elke dag cadeautjes krijgen. Dingen die je nog nooit precies zo hebt gezien, die verrassend of poëtisch zijn, of heel kernachtig iets over iemand of een situatie zeggen.” En ineens wist ik wat er veranderd was. Ik zocht niet meer naar visuele cadeautjes.
Of in ieder geval niet met de juiste motivatie. Ik deelde wat ik zag in als ‘materiaal’ en ‘de rest’. En aan die restcategorie besteedde ik nauwelijks meer aandacht. En ineens besefte ik dat dit niet alleen voor kijken gold, maar ook voor bedenken. Ik bedacht zelden tot nooit meer dingen, gewoon omdat ik dat kan, om mezelf te vermaken en te verrassen. Ik was prima in staat om gericht nieuwe dingen te bedenken, in opdracht van mezelf of anderen, maar deed het zelden meer in het wilde weg. Vakkundig had ik alle ruis weggesneden. Uit mijn blikveld en mijn hoofd. Misschien een logisch mechanisme als je maar beperkte energie hebt en toch wil blijven functioneren en creëren, maar uiteindelijk zeer ondermijnend.
Het is logisch dat er functies bij komen als je je werk maakt van iets wat je eerste instantie vooral voor jezelf deed. Het wordt iets waar je bewondering of kritiek mee kan oogsten, waar je van kan eten en de kroeg in kan. Het wordt wat je doet als mensen daarnaar vragen en wat je zou moeten doen als je achter je bureau zit.
Maar dat is niet waarom ik ben gaan schrijven. Of, laat ik het niet zo beperken; waarom ik dingen wil maken. Ooit was het allemaal vrolijke (en minder vrolijke) ruis. Ik moest naar school en huiswerk maken, maar alles daaromheen was oneindig veel interessanter en moest verteld en verbeeld worden. Elk idee vond zijn eigen (soms gemankeerde) vorm, maar toen ik ging studeren en voor schrijven koos, groeide langzaam de overtuiging dat ik moest stoppen met alle andere dingen; fotograferen, filmpjes maken, schilderen, omdat ik daarin niet goed genoeg was. En toen kwam de RSI en was er al helemaal geen ruimte meer voor ogenschijnlijk doelloos gespeel. Weg vrolijke ruis. En weg bleef ie, lange tijd, ook toen het fysiek weer beter ging. Tot ineens het kwartje viel.
Ruis is zoveel meer dan afleiding. Ruis is wat je niet kan duiden, wat ontspoort of irriteert, wat geen plek vindt maar toch raakt, een kleine interactie, iets zonder nut maar met zin, wat de ene dag doet verschillen van de andere. Ruis is het leven, ruis is kunst. De kunst die ik wil maken.
Floor van Lissa
Floor van Lissa schrijft scenario’s, vaak met een luchtige toon en een melancholische onderlaag.
Meer over Floor van Lissa?
Kijk op:
https://hennemanagency.nl/talent/floor-van-lissa/
eerlijk DELEN
26 april 2019