Snelwegkunst

Marije Uijtdehaage
25 september 2020
De wind suist, de motor ronkt, de witte strepen van de snelweg flitsen voorbij en ergens klinkt een ondefinieerbaar gezoem van een onderdeel dat ik maanden geleden had moeten laten nakijken. Ik ben onderweg met de auto, zoals vaker voor mijn voorstellingen, of voor een projectoverleg, maar ook vaak omdat ik rijdend dingen overdenk. Er is geen betere manier om op iets te broeden dan wanneer je alleen in de auto zit. De reisduur is een goede deadline. Bij aankomst moet ik de situatie hebben ontrafeld.

Het overdenken gaat volgens plan tot er bij de Veluwe een bronzen beeld van een zwijn langs de weg staat. Later kom ik er meer tegen van plastic en hout en in verschillende formaten. Iedereen weet dat er daar zwijnen rondlopen. Waarom illustreren we dat gegeven met beelden langs de weg? Waarom wordt er niet iets anders getoond of verteld in beeld? In een theatertekst wil je nooit rode rozen rood kleuren. In een tekst vertel je ook niet dat wat een acteur laat zien in zijn spel.

Mijn denkproces is, zoals wel vaker, verstoord, door snelwegkunst, bedoeld als blikvanger van een gebied. Soms door een ijzeren knoop, maar dan net anders. Of door een scheve bakstenen muur, waar ik niets anders in zie dan een scheve bakstenen muur. Nu wil ik mij graag tot alles om mij heen verhouden, maar ik weet niet altijd hoe. Ik raak de gedachten die ik had kwijt en mis bijna de afslag.

Het veelbesproken beeld, Big Funnel Man, van Atelier van Lieshout grijpt mij wel aan. Een grote rode man ligt laveloos langs de kant van de A27. In zijn mond een trechter. Dit beeld en de walging die ik voel als ik ernaar kijk, laten mij niet los. Ik heb mij vaak afgevraagd wat zijn betekenis was voor ik het opzocht. Een goede voorwaarde van snelwegkunst zou zijn dat het iets teweegbrengt in plaats van toont wat er al is.

De filosoof Alain de Botton deed een experiment in het Rijksmuseum. In musea zijn de zalen vaak ingedeeld op jaartallen. Hij wilde echter elke zaal een thema geven en daar schilderijen ophangen uit verschillende stromingen. Met het idee dat de werken levensvragen konden beatwoorden. Als angst een vraagstuk was, kon je naar de zaal met werk over angst en de kunst die daar hing gebruiken voor zelfreflectie. Alain wilde de bezoekers aan de hand meenemen, zodat zij bij het zien van de werken een innerlijke dialoog konden aangaan.

Waarom benaderen wij snelwegkunst niet op deze manier? Waarom delen we kunstwerken die iets teweegbrengen niet in op thema? Het tweede kunstwerk dat je ziet, zou iets moeten toevoegen aan dat wat je eerder zag. Er zou een opbouw moeten zijn van kunstwerken die elkaar gelaagdheid geven of met elkaar contrasteren. En dat op verschillende routes door Nederland. Alles zou zo uitgedacht zijn dat waar je reis ook heen gaat, de snelwegkunst altijd nieuwe inzichten geeft aan de peinzende bestuurder van de auto. De kunst die voorbijflitst is inzetbaar in reisdeadlines.
Marije Uijtdehaage
Marije Uijtdehaage is toneelschrijver (vooral jeugdtheater), theatermaker en (poëzie)docent.


eerlijk DELEN

25 september 2020