Or would you rather be a fish?

Sarah Oortgijs
29 november 2019

Wie niet beter weet, zou bij het zien van de foto Fish & Swimmers van Wayne Levin aannemen, dat de onderwaterwereld de habitat is van de mens. Op de zwart-wit foto is een school vissen en een groep zwemmers te zien, van onderaf gefotografeerd. De vissen zwemmen links het beeld uit, de groep zwemmers – die even gelijkvormig oogt als de school vissen – verdwijnt richting horizon. Een foto van een vis die de avondvierdaagse loopt, kom je dan weer niet gauw tegen. De uitdrukking is niet voor niets ‘als een vis in het water’. Een vis jaagt niks na achter de horizon. Een vis reflecteert niet op zijn eigen bestaan, bevraagt zijn werkelijkheid niet zoals de mens dat doet. Een vis heeft er, kortom, geen kunst bij nodig (vrij naar dichter Herman de Coninck, die zo treffend zei dat hij er ‘papier bij nodig had’).

Om hun kinderen te beschermen tegen de boze buitenwereld, voedt in de surrealistische film Dogtooth (2009, Yorgos Lanthimos) een stel hun kinderen in een compleet afgesloten woonruimte op. Binnen de beslotenheid van een hoge schutting vissen de kinderen in het zwembad speelgoedvliegtuigjes op. Deze zijn door de vader stiekem in het zwembad gegooid en moeten uit de lucht gevallen overvliegende vliegtuigen voorstellen, die de ouders niet aan het zicht kunnen onttrekken. Een meer letterlijke onthouding van perspectief is nauwelijks denkbaar. Maar het menselijk brein laat zich niet temmen zoals wolven eens tot honden gemaakt werden. De utopie mondt uit in een dystopie. En de natuurlijke drang naar ont-dekken is zo sterk dat één van de inmiddels volwassen kinderen onverdoofd haar eigen hoektand trekt, aangezien haar altijd verteld is dat wanneer deze ‘dogtooth’ uitvalt, je klaar bent om de wereld achter de schutting te betreden.

Ook in de film Paterson (2016, Jim Jarmusch) – qua genre aan de andere kant van het spectrum – is een cruciale rol weggelegd voor een ‘dogtooth’. Het filmpersonage in Paterson kan gaan en staan waar hij wil, maar lijkt bijzonder wel te varen bij een haast wiskundige routine. Waar zijn vriendin het huis in honderd-en-een zwart-wit patronen verft en er elke dag een nieuwe toekomstdroom op nahoudt, rijdt buschauffeur Paterson door het gelijknamige slaapstadje dag na dag zijn vaste ronde. Iedere avond loopt hij met de kwijlende buldog van zijn vriendin dezelfde route langs het café waar hij één glas bier drinkt. Tijdens deze nagenoeg windstille dagen wordt elk briesje tot in detail waargenomen en verwerkt in zijn opschrijfboekje. Niet zijn excentrieke vriendin of de theatrale ruzies die twee ex-geliefden elke avond in de kroeg uitvechten vormen de inspiratie voor zijn gedichten, maar de verwondering over de perfectie van een doosje lucifers. Zijn liefje maant hem dagelijks zijn teksten te kopiëren, maar zolang alles zijn gangetje gaat, leeft hij in blissful ignorance.

Als de kwijlbek op een avond zijn opschrijfboekje met honderd-en-een gedichten in duizend-en-één kleine stukjes scheurt, lijkt het alsof Paterson onder water geduwd wordt. Het stilvallen, de drukkende ademnood. Het is zijn persoonlijke dogtooth. Zal hij richting horizon zwemmen of trekt hij zich terug in de vissenkom, rondjes rijdend in een bus, zijn leven afdraaiend volgens de wijzers op de klok. Even lijkt alles vacuüm te zuigen. Op de automatische piloot vervolgt hij zijn dagelijkse routine, lucht en licht lijken eruit verdwenen. Dan zet hij af vanaf de bodem en pakt de pen op; de wijzer van zijn innerlijke kompas. Mijmerend schrijft hij over een oud lied dat zijn opa voor hem zong (Swinging On A Star, Burke), waarvan dat ene zinnetje bij tijd en wijle nog altijd in zijn hoofd klinkt. ‘Just that one line /“Would you rather be a fish?”/As if the rest of the song /didn’t have to be there.’

(Fish & Swimmers, Wayne Levin)

Sarah Oortgijs
Sarah Oortgijs is schrijver van poëzie en liedteksten en schrijft onder meer over tango en film.


eerlijk DELEN

29 november 2019