Kritiek op kritiek
Janneke Jansen
12 juni 2020
Wil je verhalen vertellen of vragen stellen? Criticasters vertellen graag hoe de dingen zitten: ze geven hun visie en er komt geen vraag terug. In het standaardgesprek ‘Wat vond je?’ dat direct na elke voorstelling gevoerd wordt, ben ik meningmoe. Onze ego’s vinden het belangrijker wie de beste mening heeft, dan om verder te denken. Iedereen wil gehoord worden, maar dat gaat in zo’n gesprek niet lukken. In afstandelijke recensies en aan menig keukentafel stoppen we met luisteren en bereiden we ons al voor om tegen te spreken. In zulke discussies merk ik dat iedereen – inclusief ikzelf – al weet wat ie vindt en niet meer flexibel (of veilig) genoeg is om te herzien in rust.
Nu we weer naar theaterzalen gaan en ervaringen recenseren, hoop ik dat we stoppen te denken dat de ratio waarmee we duiden en oordelen het grootste goed is dat we hebben. Ik schrijf dit niet uit nijd, maar uit een wens tot nieuwsgierigheid. Als ik na een voorstelling mijn herkenning, de wrangheid of het ongemak wil bespreken, limiteren de woorden mijn ervaring. Ik wil het eerst door laten sudderen. Na het zien van de toneelversie van Ingmar Bergmans Persona was dat heel helder: we gingen niet praten en analyseren. Het stuk sprak direct tot ons onderbewuste en kon niet in woorden samengevat worden. Schrijver en filosoof Susan Sontag schreef in haar essay Against Interpretation: ‘Ik hoop dat we een onschuld terugkrijgen van vóór alle theorie. Van toen kunst geen weet had van zichzelf verdedigen, toen niemand vroeg of een kunstwerk iets betekende, omdat iedereen wist wat het deed. Vanaf nu tot het einde van ons bewustzijn, zitten we vast aan de taak kunst te verdedigen. Vast aan regels van interpretatie. Zoals de uitlaatgassen van een auto de aarde bevuilen, is de uitstorting van kritiek op kunst vandaag giftig voor onze zintuigen.’
Ik interpreteer graag. Ik vind het leuk om te snappen hoe lagen zijn opgebouwd door de makers. Een juiste vorm van theaterkritiek is nodig om beter te worden. We kunnen ook beter worden. Maar we kijken en ervaren minder goed als we terwijl we kijken al bedenken welke behapbare interpretatie we straks gaan uitspreken: ‘Interpretatie is de wraak van het intellect op kunst. De wraak van het intellect op de wereld. De moderne manier van iets begrijpen is door interpretatie.’ Kunst, of iets anders opbloeiends, moet alleen gelaten worden door mensen met ingewikkelde gedachten. Want hoe kunnen we iets eigens maken, iets buiten kaders, als dat direct moet voldoen aan de maatstaven die er nu zijn? ‘Soms is het misschien beter om niet als een emotieloze Pavlov-hond op elke feitelijke onjuistheid aan te slaan, maar te luisteren naar wat mensen bedoelen in plaats van wat ze zeggen,’ zei Ionica Smeets over kritiek in haar column in de Volkskrant.
Afmaken met pijl en boog is het verhaal van de oermens, maar we maakten ook omhulsels om dingen in te bewaren. We verzamelden wat nuttig, eetbaar of mooi was. Een actrice zei me dat ze de contradictio in terminis in m’n tekst vreselijk mooi vond. Dat was een enorme opluchting. Vaker namelijk werden ambigue zinnen in mijn tekst afgestraft: ze moesten eruit omdat ze niet zouden kloppen, omdat het publiek ze niet zou begrijpen. Iets niet direct begrijpen is niet erg. Ik weet me herkend wanneer mijn bewust geschreven dualiteit niet als vaag of fout bestempeld wordt. Ik wil ‘wat klopt’ verbreden. Vragen stellen, niet direct antwoorden geven. Schrijver Ursula Kroeber Le Guin, kind van antropologen, schreef in haar ontroerende essay The Carrier Bag Theory Of Fiction: ‘laten we geen heldenverhalen meer vertellen, maar beginnen zonder einde, verhalen van proberen, initiatief, verlies en transformatie. Vol van idee-raketten die vast komen te zitten, missies die falen en mensen die niet weten wat te doen. Verhalen waar mensen heen kunnen als de oude zijn afgelopen.’ Ik hoop dat we die nieuwe vormen verder gaan ontwikkelen. Dat onze voorstellingen (hierover) snel weer in theaterzalen staan. En dat ze doorleven, in plaats van te eindigen in een recensie.
Nu we weer naar theaterzalen gaan en ervaringen recenseren, hoop ik dat we stoppen te denken dat de ratio waarmee we duiden en oordelen het grootste goed is dat we hebben. Ik schrijf dit niet uit nijd, maar uit een wens tot nieuwsgierigheid. Als ik na een voorstelling mijn herkenning, de wrangheid of het ongemak wil bespreken, limiteren de woorden mijn ervaring. Ik wil het eerst door laten sudderen. Na het zien van de toneelversie van Ingmar Bergmans Persona was dat heel helder: we gingen niet praten en analyseren. Het stuk sprak direct tot ons onderbewuste en kon niet in woorden samengevat worden. Schrijver en filosoof Susan Sontag schreef in haar essay Against Interpretation: ‘Ik hoop dat we een onschuld terugkrijgen van vóór alle theorie. Van toen kunst geen weet had van zichzelf verdedigen, toen niemand vroeg of een kunstwerk iets betekende, omdat iedereen wist wat het deed. Vanaf nu tot het einde van ons bewustzijn, zitten we vast aan de taak kunst te verdedigen. Vast aan regels van interpretatie. Zoals de uitlaatgassen van een auto de aarde bevuilen, is de uitstorting van kritiek op kunst vandaag giftig voor onze zintuigen.’
Ik interpreteer graag. Ik vind het leuk om te snappen hoe lagen zijn opgebouwd door de makers. Een juiste vorm van theaterkritiek is nodig om beter te worden. We kunnen ook beter worden. Maar we kijken en ervaren minder goed als we terwijl we kijken al bedenken welke behapbare interpretatie we straks gaan uitspreken: ‘Interpretatie is de wraak van het intellect op kunst. De wraak van het intellect op de wereld. De moderne manier van iets begrijpen is door interpretatie.’ Kunst, of iets anders opbloeiends, moet alleen gelaten worden door mensen met ingewikkelde gedachten. Want hoe kunnen we iets eigens maken, iets buiten kaders, als dat direct moet voldoen aan de maatstaven die er nu zijn? ‘Soms is het misschien beter om niet als een emotieloze Pavlov-hond op elke feitelijke onjuistheid aan te slaan, maar te luisteren naar wat mensen bedoelen in plaats van wat ze zeggen,’ zei Ionica Smeets over kritiek in haar column in de Volkskrant.
Afmaken met pijl en boog is het verhaal van de oermens, maar we maakten ook omhulsels om dingen in te bewaren. We verzamelden wat nuttig, eetbaar of mooi was. Een actrice zei me dat ze de contradictio in terminis in m’n tekst vreselijk mooi vond. Dat was een enorme opluchting. Vaker namelijk werden ambigue zinnen in mijn tekst afgestraft: ze moesten eruit omdat ze niet zouden kloppen, omdat het publiek ze niet zou begrijpen. Iets niet direct begrijpen is niet erg. Ik weet me herkend wanneer mijn bewust geschreven dualiteit niet als vaag of fout bestempeld wordt. Ik wil ‘wat klopt’ verbreden. Vragen stellen, niet direct antwoorden geven. Schrijver Ursula Kroeber Le Guin, kind van antropologen, schreef in haar ontroerende essay The Carrier Bag Theory Of Fiction: ‘laten we geen heldenverhalen meer vertellen, maar beginnen zonder einde, verhalen van proberen, initiatief, verlies en transformatie. Vol van idee-raketten die vast komen te zitten, missies die falen en mensen die niet weten wat te doen. Verhalen waar mensen heen kunnen als de oude zijn afgelopen.’ Ik hoop dat we die nieuwe vormen verder gaan ontwikkelen. Dat onze voorstellingen (hierover) snel weer in theaterzalen staan. En dat ze doorleven, in plaats van te eindigen in een recensie.
Janneke Jansen
(Toneel)Schrijver Janneke Jansen vergroot in tragikomische, meestal meta-teksten sociale constructen uit en nuanceert radicaal.
Foto: Lobke Malfait
Foto: Lobke Malfait
Meer over Janneke Jansen?
Kijk op:
https://jannekejansenschrijfwerken.com/