In gesprek met een Trilobiet
Joncquil de Vries
13 december 2019
Laatst stond ik oog in oog met een trilobiet. Het in en door de tijd gevangen bewijs van eerder leven. Al zijn de meningen over de onomstotelijkheid daarvan natuurlijk nog steeds verdeeld. Misschien was dit ook pas het moment dat ik werkelijk werd overtuigd.
Ditmaal werd ik keihard geraakt en sprak de trilobiet mij aan. Er was een haast tastbare lijn die het moment van zien en het moment van verstenen onlosmakelijk met elkaar verbond. Dat het bordje ‘440 miljoen jaar geleden’ er een tijdsbestek aan koppelde, maakte het duizelingwekkend actueel. Als we de trilobiet geloven, heeft hij nooit gedacht dat zijn bestaan een onuitwisbare indruk zou achterlaten, laat staan verwacht dat het zo lang zou duren. Trilobiet zijn werd niet gehinderd door de onzekerheid van het ego en had zin zonder zich daar ooit druk over te hoeven maken. Welke zin is zelfs nog steeds in wording en daarbij rijst de vraag waarom er überhaupt zin gegeven moet worden. Feit is dat hij na al die jaren weer ten volle werd gezien. Zelfs meerdere malen. In eerste instantie was daar de archeoloog die hem vond en dacht: dit is een hele mooie. Die hem had gezocht om tussen zijn soort en in een context te kunnen plaatsen om hiermee een gemeenschappelijk verhaal te vertellen.
Tijdens onze ontmoeting kreeg ik onverwachts een antwoord aangereikt op de eeuwigdurende vraag waarom er kunst is. De trilobiet bestempelde het als een evolutionaire kwestie. Met de mens kwam Kunst. Kunst als bestaansrecht, onderscheid, betekenis en zingeving of juist als vlucht daarvan. Daarom is de reden! Eerst nog alleen als beeld zonder naam, een krabbel in een grot. Vijftienduizend jaar later, in 1100 A.D., vonden we er een woord voor in de Nederlandsche taal. ‘Mit hiro kunste’, met hun bekwaamheid.
Wat wel of geen kunst is, blijkt tijdgebonden en cultuurspecifiek. Een kleine 1000 jaar later is kunst ontdaan van historische functie, waarde en betekenis. Zij wordt door de massa betwijfeld, als synoniem voor onbekwaam, verveeld en overbodig terug in de niche gedrukt. De creatieve uiting is gedegradeerd tot welvaartsziekte en maakt kunst enkel een middel om gezien en gehoord te worden. Ironisch genoeg wordt zij hiermee het equivalent van de behoefte van diezelfde massa. De drang om vanuit het zuiver persoonlijke iets te willen zeggen, puur ter glorie van het eigen ego. Door inhoudsloze likes bevestigd te worden in ons zijn als bewijs van een geslaagd en zinvol leven. Instagram als genius, onbeperkt selfies maken onder het mom van levenskunst met (dubbel) grote K.
De trilobiet vertelde mij echter dat het maken van kunst meer is dan jezelf willen laten zien. Dat het gaat om een verbinding te maken tussen het moment van ontstaan en het moment van ervaren. Dat je als kunstenaar iets neerzet, waarbij je ervan uitgaat dat het NU betekenis en bestaansrecht heeft zonder dat iemand dat ooit ziet. Dat je tegelijkertijd weet dat je iets creëert dat zijn eigen leven gaat leiden zonder jou. Vanuit het besef dat niets gegarandeerd overkomt zoals het bedoeld is en uit nieuwsgierigheid of en wat de ander werkelijk ziet. Werkelijk zien is iets niet alleen (h)erkennen, maar het aangaan van die verbinding.
Toch is, volgens deze trilobiet ‘KUNST’ per definitie onzichtbaar. Bestaat het alleen in een fractie van tijd tussen ontstaan en gezien worden. Een toestand van onwetendheid waarin iets nog niet is geïnterpreteerd. Tussen de waarneming en de ervaring zit een prachtig vacuüm. Het geraakt worden, waarin je als beschouwer even samenvalt met het kunstwerk. Waar kunst zowel antwoord is als vraag. Het volledig begrijpen zonder te hoeven verklaren. Daarna volgt de bewustwording die weer afstand neemt. Naar het einde van de lijn, het besef, benoemen, de interpretatie, personificatie, het oordeel. Het aangereikte beantwoorden, accepteren of afkeuren, is het hoe dan ook incorporeren en groeien. Een ander mens. Evolutie.
De trilobiet uit Denekamp (als God toch bestaat mijn favoriete kunstwerk aller tijden) spiegelde mij tot slot: ‘Is kunst niet puur besef? Het geloof en de wetenschap dat alles wat jouw leven maakt ooit door iets of iemand is en wordt geraakt.’
Ditmaal werd ik keihard geraakt en sprak de trilobiet mij aan. Er was een haast tastbare lijn die het moment van zien en het moment van verstenen onlosmakelijk met elkaar verbond. Dat het bordje ‘440 miljoen jaar geleden’ er een tijdsbestek aan koppelde, maakte het duizelingwekkend actueel. Als we de trilobiet geloven, heeft hij nooit gedacht dat zijn bestaan een onuitwisbare indruk zou achterlaten, laat staan verwacht dat het zo lang zou duren. Trilobiet zijn werd niet gehinderd door de onzekerheid van het ego en had zin zonder zich daar ooit druk over te hoeven maken. Welke zin is zelfs nog steeds in wording en daarbij rijst de vraag waarom er überhaupt zin gegeven moet worden. Feit is dat hij na al die jaren weer ten volle werd gezien. Zelfs meerdere malen. In eerste instantie was daar de archeoloog die hem vond en dacht: dit is een hele mooie. Die hem had gezocht om tussen zijn soort en in een context te kunnen plaatsen om hiermee een gemeenschappelijk verhaal te vertellen.
Tijdens onze ontmoeting kreeg ik onverwachts een antwoord aangereikt op de eeuwigdurende vraag waarom er kunst is. De trilobiet bestempelde het als een evolutionaire kwestie. Met de mens kwam Kunst. Kunst als bestaansrecht, onderscheid, betekenis en zingeving of juist als vlucht daarvan. Daarom is de reden! Eerst nog alleen als beeld zonder naam, een krabbel in een grot. Vijftienduizend jaar later, in 1100 A.D., vonden we er een woord voor in de Nederlandsche taal. ‘Mit hiro kunste’, met hun bekwaamheid.
Wat wel of geen kunst is, blijkt tijdgebonden en cultuurspecifiek. Een kleine 1000 jaar later is kunst ontdaan van historische functie, waarde en betekenis. Zij wordt door de massa betwijfeld, als synoniem voor onbekwaam, verveeld en overbodig terug in de niche gedrukt. De creatieve uiting is gedegradeerd tot welvaartsziekte en maakt kunst enkel een middel om gezien en gehoord te worden. Ironisch genoeg wordt zij hiermee het equivalent van de behoefte van diezelfde massa. De drang om vanuit het zuiver persoonlijke iets te willen zeggen, puur ter glorie van het eigen ego. Door inhoudsloze likes bevestigd te worden in ons zijn als bewijs van een geslaagd en zinvol leven. Instagram als genius, onbeperkt selfies maken onder het mom van levenskunst met (dubbel) grote K.
De trilobiet vertelde mij echter dat het maken van kunst meer is dan jezelf willen laten zien. Dat het gaat om een verbinding te maken tussen het moment van ontstaan en het moment van ervaren. Dat je als kunstenaar iets neerzet, waarbij je ervan uitgaat dat het NU betekenis en bestaansrecht heeft zonder dat iemand dat ooit ziet. Dat je tegelijkertijd weet dat je iets creëert dat zijn eigen leven gaat leiden zonder jou. Vanuit het besef dat niets gegarandeerd overkomt zoals het bedoeld is en uit nieuwsgierigheid of en wat de ander werkelijk ziet. Werkelijk zien is iets niet alleen (h)erkennen, maar het aangaan van die verbinding.
Toch is, volgens deze trilobiet ‘KUNST’ per definitie onzichtbaar. Bestaat het alleen in een fractie van tijd tussen ontstaan en gezien worden. Een toestand van onwetendheid waarin iets nog niet is geïnterpreteerd. Tussen de waarneming en de ervaring zit een prachtig vacuüm. Het geraakt worden, waarin je als beschouwer even samenvalt met het kunstwerk. Waar kunst zowel antwoord is als vraag. Het volledig begrijpen zonder te hoeven verklaren. Daarna volgt de bewustwording die weer afstand neemt. Naar het einde van de lijn, het besef, benoemen, de interpretatie, personificatie, het oordeel. Het aangereikte beantwoorden, accepteren of afkeuren, is het hoe dan ook incorporeren en groeien. Een ander mens. Evolutie.
De trilobiet uit Denekamp (als God toch bestaat mijn favoriete kunstwerk aller tijden) spiegelde mij tot slot: ‘Is kunst niet puur besef? Het geloof en de wetenschap dat alles wat jouw leven maakt ooit door iets of iemand is en wordt geraakt.’
Joncquil de Vries
Joncquil de Vries is beeldend kunstenaar.
Meer over Joncquil de Vries?
Kijk op:
http://cargocollective.com/joncquil