Impact

Sophie Kassies
11 september 2020
Het woord ‘impact’ is met een onstuitbare opmars in de kunsten bezig. Steeds vaker kom ik het tegen in subsidieaanvragen en beleidsplannen. Instellingen doen aan impactmanagement. Je kunt er een serieuze opleiding voor volgen. Daar leer je impactdoelen te formuleren, een ‘impactboekhouding’ op te zetten en een impactrapportage te maken.
Logisch: een goed verhaal over wat je te betekenen hebt, kan het verschil maken tussen jou en al die anderen die zich verdringen rond de schamele geldpotjes. Toch krijg ik er flink de zenuwen van.
Dat ligt niet aan de impactmanagers in onze sector. Die zijn de kunsten oprecht toegedaan. Ze beklemtonen dat het hun juist niet te doen is om de economische effecten van kunst – in feite een bijproduct –, maar om de betekenis voor de individuele bezoeker en de samenleving. Daarover wil je toch zelf ook alles weten, als kunstenaar of instelling? En zo kan de kunst bovendien voor eens en altijd haar resultaten aantonen en zich verweren tegen verwijten van subsidieslurperij, links hobbyisme en grachtengordelgeneuzel.
Impact komt van het Latijnse impingere: ‘stoten tegen, opdringen, zich blindelings storten in.’ Het waaide over uit het Engels, waar het ‘(schok)effect, botsing, inslag’ betekent.
Het gaat er dus om als kunstenaar eindelijk wél die deuk in dat pakje boter te slaan! Wie wil dat nou niet?
Dat wat ik probeer te doen in mijn werk heeft niet veel met botsingen en inslagen te maken. Sterker nog: als ik een bommetje drop – ik geef toe dat ik me daar soms aan bezondig – voel ik me altijd een beetje verdacht. Spierballenvertoon, denk ik dan. Niet zo moeilijk.
Wat ik écht probeer, is dingen aan het licht te krijgen waar je gewoonlijk langs of overheen leeft. Dingen in andere taal te vangen, omdat de normale woorden zo zijn uitgesleten dat ze niet meer tot in de ziel reiken. Of, in het veilige donker van de theaterzaal, de dingen die bestaan, maar het beste verborgen blijven, voorzichtig even te beroeren.
Wat ik probeer, is binnenkomen in de neurale netwerken van de toeschouwer. Zachtjes tokkelen op dendrieten en synapsen. Een pluisje achterlaten in windingen van de hersenschors.
‘De lezer leest niet wat de schrijver schrijft,’ zei iemand ooit. Met andere woorden: wat er gebeurt met dat pluisje zal ik nooit weten. Misschien wel niks. Of iets heel anders dan ik voor ogen had. En zo hoort het ook. Kunst laat ruimte.
In de wereld van nu moet alles transparant, meetbaar en beheersbaar zijn. Daarin waren de kunsten tot dusver – tot op zekere hoogte – een vrijplaats, met de voor- en nadelen van dien. Maar hoe dan ook een vrijplaats waar we zuinig op moeten zijn. De focus op impact lijkt mij een paard van Troje. Als we het binnenhalen, krijgen we het niet meer weg. Voor je het weet, staan ook wij harde uitspraken te doen over targets, effect en rendement. Claims die we a priori niet waar kunnen maken en die, erger nog, onze aandacht afleiden van het eigenlijke werk, waarover we niet meer dan hoop of hooguit verwachting kunnen koesteren.
Sophie Kassies
Sophie Kassies schrijft toneel en muziektheater, voor kinderen en volwassenen.

eerlijk DELEN

11 september 2020