Helemaal verdwenen

Hanneke Hendrix
15 november 2024
Ergens langs de rand van de stad staat een beeld van roestvrij staal. Het lijkt op een wervelstorm van uit elkaar getrokken fietsonderdelen, met hier en daar een frame dat bijna intact is. Ik passeer dit kunstwerk elke dag op weg naar huis. De eerste paar keren dat ik het zag, probeerde ik er nog iets in te herkennen. Ik dacht aan chaos, aan verloren voorwerpen, misschien aan de stad zelf, die door de tijd heen opgebouwd en weer afgebroken is.

Maar inmiddels zie ik het niet meer. Zoals zoveel kunstwerken in de stad is het een deel van de achtergrond geworden, net zoals verkeersborden en vuilnisbakken. Het staat daar, maar het raakt me niet meer. Het lijkt wel verdwenen. En dat is eigenlijk het probleem met kunst in de openbare ruimte. Eerst zijn we erdoor geïntrigeerd, we staan er even bij stil, we raken het misschien zelfs even aan om te voelen hoe het materiaal zich gedraagt onder onze vingers. Maar dan, al snel, verandert het in iets onzichtbaars.

Ik moest denken aan een reeks foto’s die fotograaf en ontwerper Erik Kessels ooit vond, waarin over een tijdspanne van twaalf jaar een man zijn vrouw op de kiek zet. De man achter de camera zien we niet, maar zijn vrouw staat pontificaal op elke vakantiefoto. Eerst is ze het middelpunt, maar naarmate de jaren vorderen wordt ze kleiner. Eerst subtiel, een stapje naar achteren, dan nog verder, tot de achtergrond – de toren, het plein, de fontein – het hoofdonderdeel is geworden. Na twaalf jaar stopt de reeks. Misschien is de vrouw ondertussen wel helemaal van de foto’s verdwenen. Staan alleen nog de gebouwen, het water, de pleinen op de foto’s. Alsof zij, het middelpunt van alles, langzaam is opgelost, vervaagd, net als die kunstwerken in de stad waar we ooit naar keken, maar die nu nog maar nauwelijks bestaan.

Ik vraag me af hoe vaak dit gebeurt, en niet alleen met kunst, maar ook met mensen. De barista die altijd mijn koffie maakt, de buurman die elke ochtend met zijn hond loopt. We zijn eraan gewend geraakt dat ze er zijn. Zouden we het meteen merken als ze er niet meer zijn? Misschien pas als iemand anders met dezelfde hond aan je raam voorbijloopt, of als mijn koffie ineens gek smaakt, omdat een nieuwe barista de melk verkeerd opschuimt.

De stad heeft inmiddels veel kunstwerken verzameld die ik ooit voor het eerst zag en waaraan ik tegenwoordig blindelings voorbijloop. Wat als ik op een dag langs dat roestvrijstalen beeld fiets en alleen een lege plek zie, of misschien een reclamebord? Misschien zal ik dan ineens denken: wat stond hier ook alweer? Was het een fietssculptuur? Iets met staal? Het gekke is: pas als iets verdwijnt, realiseer je je hoeveel betekenis het had, hoe het ruimte innam in je routine, in je blik.

Het lijkt een beetje op een relatie. Eerst kijk je vol bewondering naar die ander, ontdek je nieuwe details, geniet je van alle kleine dingen die uniek en bijzonder zijn. Maar als je aan die details gewend raakt, wordt die ander een soort behang. Pas als iemand vertrekt, als er een leegte is waar die persoon ooit was, besef je hoeveel er eigenlijk gebeurde in die kleine interacties, hoeveel ze betekenden. Misschien moeten we de sculpturen en de mensen in ons leven weer eens goed bekijken, alsof we ze voor het eerst zien. Omdat alles, hoe klein en onopvallend ook, ooit met een bedoeling neergezet is.
Hanneke Hendrix
Hanneke Hendrix is schrijver en hoorspelmaker.



Meer over Hanneke Hendrix?
Kijk op:
https://hannekehendrix.nl/

eerlijk DELEN