Af

Lucas de Waard
12 mei 2017
Het schijnt dat Claude Monet nooit kon accepteren dat iets af was. Hij sloot zich op in zijn atelier, bleef zijn schilderij bewerken, zijn beeld herscheppen; hij bleef hannesen met duizend tinten wit en paars en moest uiteindelijk door zijn familie naar buiten gesleept worden. ‘Het is af, Claude! Práchtige waterlelies! Het is áf, godsamme!’, riepen ze dan, en ze verkochten het werk voordat hij de kans had er weer verder aan te priegelen.

Claude had last van iets dat elke schilder, schrijver of regisseur zal herkennen: vervolmakingsvrees. Het is vrijwel onmogelijk te bepalen wanneer iets af is. ‘Af’ suggereert dat het niet meer beter kan worden. Dat je maakproces zijn piek heeft bereikt en al wat je er nu nog mee uitvreet af zal doen aan de kwaliteit. Dat als Rembrandt had gedacht: ‘Ach, weet je wat, ik haal dat hondje toch maar weg’, De Nachtwacht een minder goed schilderij was geweest. Dat als Gerard Reve had besloten dat het bij nader inzien ‘Het zou niet onopgemerkt blijven’ moest zijn, afijn, u snapt het.

Maar hoe bepaal je zoiets? Hoe neem je als maker voldoende afstand om objectief te kunnen bepalen dat het klaar is. ‘Goed is goed’, zeggen ze, maar als je niet weet hóe goed iets kan worden, wat moet je dan? Ikzelf koester deadlines. Weten: linksom of rechtsom, straks om vijf uur moet dat script/verhaal/boek af zijn, dus ik zal maar eens voortmaken. Sommigen ervaren deadlines als ketenen, voor mij betekenen ze zoete verlossing. Bevrijd worden van het besef dat er áltijd nog een zin is die fraaier kan. Dat er altijd een passage is die er eigenlijk tóch uit moet. Of dat de hele flikkerse boel misschien eigenlijk in de tegenwoordige tijd geschreven had moeten worden.

Over vier weken moet ik mijn nieuwe roman inleveren. Dat is een gruwelijke wetenschap, want hij is nog niet klaar, verre van zelfs, maar tegelijkertijd is het een stralend punt aan mijn horizon. Van een met liefde samengestelde ravage moet ik vóór het einde van mei driehonderd coherente pagina’s boetseren. Dan zal het, onherroepelijk, af zijn. Zelfs al is het dat niet. Mijn redacteur zal me wegslepen bij het toetsenbord. ‘Het is af, Lucas! Práchtige waterlelies! Het is áf, godsamme!’ Zoiets zal hij zeggen. En ik zal gedwee knikken. Wetende dat ik bevrijd ben. Voor heel even.
Lucas de Waard
Lucas de Waard schrijft toneel en proza.


eerlijk DELEN

12 mei 2017