Sjabloneren is de oudste “reproductietechniek” van vorm: In de oertijd bestoof men de hand met rode aarde, waarna er op de wand een afdruk achterbleef. Later ontwikkelde deze techniek zich tot de doordruk/zeefdruk waarbij je gebruik maakt van maskers (maskering: afdekking). Deze week onderzoeken we de mogelijkheden van het (handmatige) sjabloon in brede zin. Eerst experimenteren we met de herhaling van enkele vormen en de mogelijkheden die “drukgangen” kunnen bieden. We “schilderen” met de vormen. Langzamerhand ontstaan hieruit werken die zich verschillende kanten op kunnen ontwikkelen: wordt de hele oplage een kunstwerk? Beleeft de sjabloonvorm een metamorfose en ontstaat er een verhaallijn? Of legt die ene sjabloonvorm de basis voor ontelbare (dessin)varianten?