Mensen wachten wat af. We worden verwacht, voldoen wel of niet aan verwachtingen, zijn vol verwachting of in verwachting, staan op wacht of in de wacht, hadden dit nooit verwacht maar vinden dit het wachten zeker waard, kunnen niet langer wachten, wachten op onze beurt of zijn het wachten moe. We wachten tot we een ons wegen, op de tram, een brief, het circus dat komt, de monteur van de verwarmingsketel. Maar het werkelijke wachten doen we op het geluk, de liefde, de roem, het kind. We wachten tot het plaatje klopt. Maar wanneer zeg je: ik ben er. Dit is het. Dit is het plaatje van geluk. Deze week gaan we van het wachten een kunst maken. We wachten tot de zon schijnt, tot die leuke man in die blauwe tent ons gedag zegt. Een week van mijmeren, zingen, verlangen, vol weemoed en herinneringen aan een gouden toekomst. We zullen wachten tot het geluk ons toelacht en daarover schrijven.