In de Westerse muziek staat het bespelen van een strijkinstrument gelijk aan het spelen van muziek van blad. In vele andere culturen heeft de strijker aan deze beperking geen behoefte en profiteert hij van de vrijheid die daardoor ontstaat. Deze week gaan we onderzoeken op welke wijze wij ons instrument kunnen bespelen. Als slagwerkinstrument, als harp, (steel)gitaar, en b.v. als fluit. We leren accoorden te spelen, rechterhandtremolo, vliegend spiccato en ultiem sul ponticello. Maar ook gaan we subtiel strijken, harmonien en ritmes improviseren en componeren waarvan we }}n en ander ten gehore zullen brengen, al dan niet in combinatie met andere disciplines.