Speeches van bijvoorbeeld John F. Kennedy, Martin Luther King, Adolf Hitler, Nelson Mandela en koningin Wilhelmina staan centraal en worden gebruikt om personages op te bouwen. De deelnemers kiezen een speech, waarbij steeds twee mensen dezelfde toespraak hebben. Per tekst ontstaan twee verschillende personages, die misschien nog iets weg hebben van de originele spreker, maar die vooral zoveel mogelijk zijn getransformeerd. De tekst wordt bekeken op uitspraak, ritme, het gebruik van adem enz.. Bij het houden van een toespraak komen emoties vrij en speelt status een rol. Hoe dit alles werkt gaan we onderzoeken. Aan het eind van de week presenteren we de speeches in het openbaar.
- Meer van Myra van Abeelen