Drie Amerikaanse vlaggen als schilderij; cijfers en letters (Johns), opgeblazen cartoonafbeeldingen (Lichtenstein), reclame-achtige fotocollages (Hamilton), Campbell-soepblikken en ‘Do It Yourself’- schilderijen (Warhol): ‘Iedereen is een kunstenaar’. Halverwege de jaren vijftig, begin jaren zestig, werd de (kunst)wereld opgeschud door het fenomeen Pop-Art. Afbeeldingen van het alledaagse, gebruiksvoorwerpen en consumptieartikelen werden plotseling als kunst gepresenteerd. Een verrassend en onthutsend commentaar op een wereld waarin de macht van massamedia een bepalende rol kreeg toebedeeld. In deze intensieve schilderweek: een terugblik, een onderzoek naar het hoe en waarom van de voor deze stroming kenmerkende vormgeving en beeldtaal. Maar ook: is er sprake van New Pop-Art?