In de beeldende kunst worden de drie ruimte-dimensies vastgelegd. De tijd (ook een dimensie) is vrijgelaten aan de kijker. Je bepaalt zelf wanneer en hoe lang je naar iets kijkt. Verlaat je een expositie, dan is deze voor jou afgelopen, maar het werk bestaat nog en kan telkens opnieuw worden bekeken, of ergens anders worden geëxposeerd. Een theatervoorstelling daarentegen speelt zich af in een bepaalde tijdsduur en op een bepaalde plaats (bijvoorbeeld een theater). Het begint en eindigt en als het afgelopen is bestaat de voorstelling niet meer.
In de week object-theater worden allerlei objecten gemaakt met de beeldende kunst als uitgangspunt, echter nu met de bedoeling om met de gemaakte objecten een theatersituatie te creëren en deze als voorstelling te presenteren, i.p.v. de objecten tentoon te stellen. De gevolgen die deze uitgangspunten hebben voor de maker, de objecten en de kijker gaan we Deze week onderzoeken.