Een aantal objecten, willekeurig geselecteerd en gevonden in de omgeving, worden op het podium gezet en creëren zo een ruimte. De dansers komen binnen en gebruiken deze objecten en de ruimte eromheen als inspiratie om een bewegingsstuk te maken. Tijdens het werken met de objecten zullen we de volgende vragen stellen: hoe beïnvloedt het object de beweging? Wat gebeurt er als de objecten van plaats veranderen? Kunnen we een binding scheppen met elkaar, de bewegingen en de voorwerpen binnen de ruimte? Via improvisatie-opdrachten zullen bewegingen ontstaan. Een selectie van deze bewegingen zal de uiteindelijke choreografie gaan vormen.
