Hoe kun je als speler een tekst theatraal vormgeven? Mét of zonder de woorden, door personages te creëren, met muziek, solo of massaal? Uitgangspunt van deze week worden toneelstukken, monologen, gedichten, proza of liedteksten van Nederlandse makelij: van Judith Herzberg, Hugo Claus, Gerrit Komrij, Maarten Biesheuvel, Rob de Graaf, Herman Koch, Frouke Fokkema e.a.. Al spelende gaan we op zoek naar de theatrale kracht van de tekst. Voorwaarde is plezier hebben in het experiment en in het spelenderwijs onderzoeken van teksten. Een ideale speler is niet noodzakelijkerwijs zeer getalenteerd (mag wel!), maar toont initiatief en biedt spelmateriaal aan.