De vacht van een dier, de bast van een boom, de huid van een mens: voorbeelden van grenzen tussen binnen- en buitenkant, van iets dat verder gaat dan alleen het oppervlak. Een laag die over het geraamte getrokken werd als bescherming van iets dat zacht of vloeibaar is. Beweegt de huid mee, of is hij hard en ondoordringbaar? Is de buitenste laag vergankelijk of blijft hij als restvorm over wanneer de inhoud verdwenen is? We kijken naar het werk van Maartje Korstanje, Berlinde De Bruyckere en anderen en onderzoeken wat huid (als grens) voor ons betekent om er uiteindelijk vorm aan te geven in een beeld of restvorm.