Richard: Mooi? Vind je het mooi? Rita: Mooi? Dit? Richard: Ja. Dit. Vind je het mooi? Rita: Ach mooi. Wat is mooi? (Uit: ‘Mooi’ van Gerardjan Rijnders) Dialogen uit de toneelliteratuur vormen het uitgangspunt van deze week. Hoe speel je een gesprek? Hoe speel je een vraag? Hoe speel je een ruzie? Hoe speel je wat er staat? En hoe doe je dat zonder een personage neer te zetten of gebruik te maken van een uitgesproken kostuum of decor? Bij het spelen van een dialoog ben je veroordeeld tot je tegenspeler. Hoe maak je daar gebruik van? Deze en vele andere vragen zullen deze week onderzocht worden. Daarnaast zal er aandacht uitgaan naar tekstanalyse, tekstbehandeling, timing, stemtechniek en geloofwaardigheid. Tekstmateriaal is aanwezig.