In de 19de en 20ste eeuw regende het kunststromingen. Iedere verandering in opvatting had een ander isme tot gevolg. Penseelstreek en ideeën over kleur waren veelal belangrijker dan het onderwerp. De gekleurde puntjes van het pointillisme en de streepjes van het divisionisme vormden samen het neo-impressionisme. Vervolgens leidden cloisonnisme en fauvisme tot het expressionisme. Heden ten dage gaat het vooral over het verhaal achter het beeld. Aan de hand van de ismes uit het verleden kijken wij waar we toe (zouden) behoren. We onderzoeken wat we belangrijk vinden in een schilderij en stellen onze eigen regels en criteria op. Gaandeweg leggen we zo de basis voor onze eigen stroming, ons eigen isme.
- Meer van Joncquil de Vries