Italo Calvino, Samuel Beckett, Erik Bindervoet, Charlotte Mutsaers, Virginia Woolf, Julian Barnes: schrijvers met een grote voorliefde voor lijstjes, reeksen, opsommingen. De opsomming is het stijlfiguur van precisie en van details (die het opnemen tegen het grote gebaar), van ‘nutteloze’ voorwerpen liever dan efficiëntie, van rare toevalligheden en talige vondsten die zegevieren over de ‘gebeurtenissen’, van muzikaliteit, van er kan altijd nog iets bij. We gaan veel lezen en analyseren. Welke functies hebben opsommingen in literaire teksten? Waardoor krijgen ze betekenis? Vervolgens passen wij de gevonden technieken toe op het maken van onze eigen opsommingen van: – alles waarvan je dacht dat je het nooit zou doen; – schokkende ontdekkingen; – eigen(aardig)heden van moeders.