Verdomme, waar zijn mijn pantoffels
Floor van Lissa
12 oktober 2018
Ik had Pfeiffer. Ik had Pfeiffer en ik mocht niet mee naar My Fair Lady. Wel mocht ik uit eten met opa in een Italiaans restaurant, waar hij joviaal Italiaans sprak met de kok en ik een pizza in de vorm van een vis kreeg met een zwarte olijf als oog. Maar toch voelde het voor mij als zesjarige als een troostprijs. In mijn herinnering waren opa en ik later thuis dan mijn ouders en broer en was het dus extra oneerlijk dat ik niet mee had gemogen naar de musical. Volgens mijn moeder was dit niet waar. Maar omdat het toch een beetje zielig was, hadden ze de cd voor me meegenomen.
En die luisterde ik. Urenlang, liggend op het geblokte kleed, of nou ja, geblokte… het kleed bestond uit grote vierkanten met daarin strepen in wanstaltige kleurcombinaties en heeft, nadat het uit de woonkamer verbannen was, nog lang mijn puberkamer mogen ontsieren. En daarop lag ik urenlang te luisteren naar de cd van My Fair Lady en probeerde ik een voorstelling bij elkaar te puzzelen met als enige richtlijn de liedjes.
En zo stelde ik mij een verhaal voor van een vrouw die bij een man in huis komt, een man die op een vrouw verliefd wordt, een andere man die op dezelfde vrouw verliefd wordt, omdat ze scheldt tegen een paard. Een vrouw die laat zeggen dat ze nooit van haar leven nog iemand wil zien en een oude man, die uit het niets in het verhaal lijkt te verschijnen en die moet trouwen terwijl hij liever in de kroeg hangt maar zich toch, om mij volstrekt onduidelijke redenen, naar de kerk wil laten slepen als hij geen zin heeft om te trouwen en graag de vrouwen het zware werk laat doen.
Doordat de woorden van de personages voor mij niet gekoppeld waren aan een waarneembare theatrale werkelijkheid kregen ze soms een lading die volgens mij wat extremer was dan bedoeld. Zoals wanneer Freddy zingt dat hij wel tot zijn dood kan blijven staan in de straat waar Elisa woont, en zelfs nog daarna. En Elisa die zegt dat ze nooit van haar leven nog iemand wil zien en zingt dat ze professor Higgins zal laten fusilleren als ze die kans ooit van de koning krijgt. De liedjes met hun extreme beeldspraak waren de enige informatie van waaruit ik het universum van de musical ‘My Fair Lady’ kon samenstellen en dat werd dus in mijn hoofd een universum waarin mensen tot na hun dood in een straat konden blijven staan, pogingen van moord op taal deden en waarin de absolute romantische climax, duidelijk te herkennen aan de aanzwellende muziek, ingeleid werd door de zin ‘Elisa…? Verdomme, waar zijn mijn pantoffels!’. Kortom, een enigszins bizar universum dat mij jarenlang bleef fascineren.
Het gaat vermoedelijk te ver om te beweren dat mijn liefde voor magisch realisme dankzij deze musical is ontstaan, maar gevoed heeft hij haar zeker. Vreemde lege ruimtes kunnen ruimte scheppen voor verbeelding en blijven prikkelen (zoals het personage Annette in ‘Grease’, dat we, voor zover ik -na acht keer de film gezien te hebben- kan zeggen, nooit in beeld zien en waar alleen één keer over wordt gezegd dat ze grote borsten heeft). Wie is Annette en waarom wordt ze zo expliciet genoemd en expliciet niet in beeld gebracht? Waarschijnlijk is de reden triviaal: de scenarioschrijver wilde de wereld van de personages groter maken door naar iemand te laten verwijzen die niet in de film voorkwam of misschien liep er op de set een productieassistent rond met de naam Annette en enorme borsten en was dit een vrijpostige improvisatie van een van de acteurs. Vaak ontstaat magie op onverwachte en onbedoelde plekken. En dat is prachtig.
En die luisterde ik. Urenlang, liggend op het geblokte kleed, of nou ja, geblokte… het kleed bestond uit grote vierkanten met daarin strepen in wanstaltige kleurcombinaties en heeft, nadat het uit de woonkamer verbannen was, nog lang mijn puberkamer mogen ontsieren. En daarop lag ik urenlang te luisteren naar de cd van My Fair Lady en probeerde ik een voorstelling bij elkaar te puzzelen met als enige richtlijn de liedjes.
En zo stelde ik mij een verhaal voor van een vrouw die bij een man in huis komt, een man die op een vrouw verliefd wordt, een andere man die op dezelfde vrouw verliefd wordt, omdat ze scheldt tegen een paard. Een vrouw die laat zeggen dat ze nooit van haar leven nog iemand wil zien en een oude man, die uit het niets in het verhaal lijkt te verschijnen en die moet trouwen terwijl hij liever in de kroeg hangt maar zich toch, om mij volstrekt onduidelijke redenen, naar de kerk wil laten slepen als hij geen zin heeft om te trouwen en graag de vrouwen het zware werk laat doen.
Doordat de woorden van de personages voor mij niet gekoppeld waren aan een waarneembare theatrale werkelijkheid kregen ze soms een lading die volgens mij wat extremer was dan bedoeld. Zoals wanneer Freddy zingt dat hij wel tot zijn dood kan blijven staan in de straat waar Elisa woont, en zelfs nog daarna. En Elisa die zegt dat ze nooit van haar leven nog iemand wil zien en zingt dat ze professor Higgins zal laten fusilleren als ze die kans ooit van de koning krijgt. De liedjes met hun extreme beeldspraak waren de enige informatie van waaruit ik het universum van de musical ‘My Fair Lady’ kon samenstellen en dat werd dus in mijn hoofd een universum waarin mensen tot na hun dood in een straat konden blijven staan, pogingen van moord op taal deden en waarin de absolute romantische climax, duidelijk te herkennen aan de aanzwellende muziek, ingeleid werd door de zin ‘Elisa…? Verdomme, waar zijn mijn pantoffels!’. Kortom, een enigszins bizar universum dat mij jarenlang bleef fascineren.
Het gaat vermoedelijk te ver om te beweren dat mijn liefde voor magisch realisme dankzij deze musical is ontstaan, maar gevoed heeft hij haar zeker. Vreemde lege ruimtes kunnen ruimte scheppen voor verbeelding en blijven prikkelen (zoals het personage Annette in ‘Grease’, dat we, voor zover ik -na acht keer de film gezien te hebben- kan zeggen, nooit in beeld zien en waar alleen één keer over wordt gezegd dat ze grote borsten heeft). Wie is Annette en waarom wordt ze zo expliciet genoemd en expliciet niet in beeld gebracht? Waarschijnlijk is de reden triviaal: de scenarioschrijver wilde de wereld van de personages groter maken door naar iemand te laten verwijzen die niet in de film voorkwam of misschien liep er op de set een productieassistent rond met de naam Annette en enorme borsten en was dit een vrijpostige improvisatie van een van de acteurs. Vaak ontstaat magie op onverwachte en onbedoelde plekken. En dat is prachtig.
Floor van Lissa
Floor van Lissa is scenarioschrijver met liefde voor theater of theaterschrijver met liefde voor film (en televisie).