Houten slippers
Mila Haak
5 september 2025
Toen ik tien was, wilde ik teenslippers. Iedereen om me heen had teenslippers, dus daar wilde ik bij horen. Ik mocht geen teenslippers. Ik weet niet meer zo goed waarom. Hoewel de reden dat je niet meteen iets krijgt als je erom vraagt ook best valide is.
Ik accepteerde dat ik ze niet kreeg, maar wilde ze wel nog steeds heel graag hebben. Dus ik besloot zelf teenslippers te maken. Nou en als je tien bent en nog weinig weet van materialen, is het buigbare spul van een slipper best abstract. Nog steeds eigenlijk. Wat is het precies? Voor de materiaalopties maakte ik een lijst en zocht in de schuur van mijn ouders.
Optie 1: hout. Ik vind flinterdunne latjes. Maar hout blijft hout en dus moeilijk te buigen. Je kan je voorstellen: als ik het vastgebonden touwtje tussen twee tenen duw en een rondje door mijn kamer loop, streep ik hout van mijn lijstje.
Optie 2: karton. Buigzamer dan hout. Als je dik karton hebt en de touwtjes strak tegen het materiaal bindt, flapt het een beetje. Best goed, maar slechts een paar stappen echt bruikbaar.
Optie 3: Stof. Nee. Geen stof.
Ik overweeg mijn opties: wat is hard en zacht tegelijk? Ik vind een soort schuim/foam-achtig spul waar ik aluminiumfolie omheen wikkel en vervolgens stof om bind. Dit is tot nu toe mijn beste optie. Het wordt een heuse slipper die ook flapt bij het lopen. Toch loop ik er niet verder mee dan de voordeur. Na deze poging stopt het onderzoek. Toch voelt het project niet als mislukt. En in de weken die volgen denk ik bij elk materiaal even: is het bruikbaar als teenslipper?
Een tijdje geleden zag ik Wende Snijders. Ze stond in Carré en speelde haar voorstelling Vrijplaats. Ze speelt en zingt en danst. Eigen werk, maar ook andermans werk. Het doel: een plek creëren waar alles mogelijk is. Maken vanuit plezier, vanuit het spelen. Wende gooit alles wat ze heeft in haar spel. En ze zegt: zoek jouw vrijplaats. Een plek waar je kan doen wat je wil. Een plek waar het niet uitmaakt wat de uitkomst is. Het maakt uit dát je maakt, niet wat.
Eigenlijk is het best saai dat nu niemand me verbiedt teenslippers te kopen. Ja ook lekker, maar ook best saai. Want dat zelf maken en uitvogelen is leuk. Ik hoopte natuurlijk op de perfecte slipper, maar het ging er meer om dat ik maakte.
Nu ga ik echt niet eerst een houten slipper maken, want ik weet ook wel dat dat onpraktisch is. Nu wil ik in mijn werk eigenlijk meteen iets goeds maken. Misschien moet ik het binnenkort weer eens proberen. Maken, wetende dat ik het niet ga kunnen gebruiken, maar wel plezier hebben in het proces. Een papier-maché fietstas, of zoiets.
(Uiteindelijk kreeg ik de slippers – ik denk een paar maanden later – toch. Rode met witte stippen. Hard plastic tussen mijn tenen. Ze liepen niet veel lekkerder dan mijn zelfgemaakte en ik gebruikte ze maar weinig. Dit hadden mijn ouders vast al voorzien.)
Ik accepteerde dat ik ze niet kreeg, maar wilde ze wel nog steeds heel graag hebben. Dus ik besloot zelf teenslippers te maken. Nou en als je tien bent en nog weinig weet van materialen, is het buigbare spul van een slipper best abstract. Nog steeds eigenlijk. Wat is het precies? Voor de materiaalopties maakte ik een lijst en zocht in de schuur van mijn ouders.
Optie 1: hout. Ik vind flinterdunne latjes. Maar hout blijft hout en dus moeilijk te buigen. Je kan je voorstellen: als ik het vastgebonden touwtje tussen twee tenen duw en een rondje door mijn kamer loop, streep ik hout van mijn lijstje.
Optie 2: karton. Buigzamer dan hout. Als je dik karton hebt en de touwtjes strak tegen het materiaal bindt, flapt het een beetje. Best goed, maar slechts een paar stappen echt bruikbaar.
Optie 3: Stof. Nee. Geen stof.
Ik overweeg mijn opties: wat is hard en zacht tegelijk? Ik vind een soort schuim/foam-achtig spul waar ik aluminiumfolie omheen wikkel en vervolgens stof om bind. Dit is tot nu toe mijn beste optie. Het wordt een heuse slipper die ook flapt bij het lopen. Toch loop ik er niet verder mee dan de voordeur. Na deze poging stopt het onderzoek. Toch voelt het project niet als mislukt. En in de weken die volgen denk ik bij elk materiaal even: is het bruikbaar als teenslipper?
Een tijdje geleden zag ik Wende Snijders. Ze stond in Carré en speelde haar voorstelling Vrijplaats. Ze speelt en zingt en danst. Eigen werk, maar ook andermans werk. Het doel: een plek creëren waar alles mogelijk is. Maken vanuit plezier, vanuit het spelen. Wende gooit alles wat ze heeft in haar spel. En ze zegt: zoek jouw vrijplaats. Een plek waar je kan doen wat je wil. Een plek waar het niet uitmaakt wat de uitkomst is. Het maakt uit dát je maakt, niet wat.
Eigenlijk is het best saai dat nu niemand me verbiedt teenslippers te kopen. Ja ook lekker, maar ook best saai. Want dat zelf maken en uitvogelen is leuk. Ik hoopte natuurlijk op de perfecte slipper, maar het ging er meer om dat ik maakte.
Nu ga ik echt niet eerst een houten slipper maken, want ik weet ook wel dat dat onpraktisch is. Nu wil ik in mijn werk eigenlijk meteen iets goeds maken. Misschien moet ik het binnenkort weer eens proberen. Maken, wetende dat ik het niet ga kunnen gebruiken, maar wel plezier hebben in het proces. Een papier-maché fietstas, of zoiets.
(Uiteindelijk kreeg ik de slippers – ik denk een paar maanden later – toch. Rode met witte stippen. Hard plastic tussen mijn tenen. Ze liepen niet veel lekkerder dan mijn zelfgemaakte en ik gebruikte ze maar weinig. Dit hadden mijn ouders vast al voorzien.)

Mila Haak
Mila Haak is in 2022 afgestudeerd aan de HKU, aan de opleiding Writing for Performance en deed daarna mee aan het Slow Writing Lab van het Letterenfonds. Ze schrijft, maakt podcasts, films en documentaires. De afgelopen weken is ze vooral bezig geweest met het maken van een foto- en brievenserie voor een expositie, met het schrijven van theaterteksten, met Zeeland en vreemde vrouwen. Vaak start ze vanuit journalistieke hoek en zoekt ze naar een vorm waarin beeld en taal elkaar kunnen versterken.