Het uitzonderlijke karakter van kunst

Maria Groot
7 februari 2025
Als maker geteisterd door ratio en met een onstilbare honger naar structuur, wil ik graag de regels van kunst vatten. Ik wil ze begrijpen, zoals je een wiskundige formule wil begrijpen, om die vervolgens toe te passen om keer op keer het perfecte resultaat uit de som te destilleren. Eén vraag in het bijzonder houdt mij op dit moment bezig. Ik heb er geen eenduidig antwoord op gevonden. Ik neem u graag mee in de volgende overwegingen, zodat we er misschien samen uitkomen. Mocht u het antwoord hebben gevonden, zie ik dit bij voorkeur per mail tegemoet.

Het begon allemaal toen een collega-filmmaker mij de film Dogville van Lars von Trier aanraadde. Na de aftiteling bleef ik achter met de noodzaak de wetten van film en theater, zoals ik die dacht te kennen, te heroverwegen. Hoe ik ze initieel begreep was als volgt: wanneer je in theater een huis wil laten zien, volstaat een dak van karton of enkel de woorden die neerkomen op ‘dit is een huis’. Wanneer je in film een huis wil vertellen, moet je een bestaand huis vinden of er een bouwen. Echter, tijdens het kijken van Dogville zag ik Nicole Kidman regelmatig in de lucht grijpen om de deur naar een huis te openen. Ook mimede ze grote stappen over een onzichtbaar obstakel, en moest een getekende omtrek op de vloer een hond voorstellen.

De getekende lijn, de lucht in Kidmans hand; ze imiteren hetgeen ze moeten vertellen op een sobere wijze die ik uitsluitend ken van het toneel. Wat zijn dan de regels van een werkende imitatie? Onder welke omstandigheden geloven we dat een luchthuis een huis is? Om te begrijpen hoe imitatie werkt, beroep ik mij op het werk van Plato. Volgens hem bestaan er ideale vormen buiten de fysieke wereld. Neem de ideale vorm ‘rondheid’. In de fysieke wereld is een bal enkel een imitatie van de ideale vorm. Een schilderij van een bal is een imitatie van een imitatie; het ziet eruit als een bal, maar heeft niet alle eigenschappen van een bal. Kunst is dus een imitatie van een imitatie. Het beoogde effect is vervolgens dat wij als publiek de imitatie ervaren alsof ze echt is.

Dit brengt ons terug bij de wetten in film versus theater. Mijn verworpen verklaring voor de verschillende spelregels had ik gebaseerd op Plato’s ideeën: als een schilderij van een bal twee keer verwijderd is van de ideale vorm ‘rondheid’, is een tragedie -als imitatie van het leven- ook twee keer verwijderd van de ideale vorm. Een gefilmde tragedie is op haar beurt drie keer verwijderd van de ideale vorm. In die redenering zou er een exponentieel verband zijn tussen de afstand van de ideale vorm en de hoeveelheid middelen die nodig zijn voor een succesvolle imitatie. In theater volstaat een luchthuis. In film, waar de tragedie zich niet afspeelt voor je neus maar geprojecteerd is op het witte doek, moeten we een huis zien om mee te kunnen in de imitatie.

Dit alles in acht nemend, rest mij de vraag hoe het kan dat in de film Dogville de wetten voor theater lijken te gelden. Een simpel antwoord zou zijn dat het uitzonderlijke karakter van kunst niet te vangen is in wetten en regels. Daar kan ik helaas geen genoegen mee nemen. Het zijn hoogstens wetten die wij niet begrijpen. Net als natuurverschijnselen die wij onverklaarbaar noemen. Ze zijn verklaarbaar, alleen niet voor het mensenbrein. Vandaar mijn vraag aan u, mocht deze column u enigszins geprikkeld hebben, om Dogville te kijken en uw gedachten per mail toe te sturen. Alvast dank.
Maria Groot
Maria Groot is scenarioschrijver, journalist en schrijfcoach.
maria.groot@hotmail.com


eerlijk DELEN