Foto.
Jaap: Voor de column wil ik een foto gebruiken die vooral “fotografisch” is. Als fotograaf heb je het vermogen om één moment van de voortschrijdende tijd te bevrijden. Om een onderwerp los te wrikken uit zijn dimensie, en het terug te zetten in de veranderde context. Bovendien kun je spelen met licht en reflectie, waardoor je de kijker in verwarring kunt brengen.
Ik kijk naar de wereld als een vierdimensionale landkaart (hoogte, breedte, lengte, tijd) van sfeer en gebeurtenissen, waarbinnen het licht allerlei verhalen en situaties zichtbaar maakt. Die 4D-wereld wil ik in het platte vlak van de foto vangen. Om de dichter Pierre Kemp te citeren:
“Waarheen? Ik vraag dat niet, ik kom, ik ga,
omdat mijn handen en mijn voeten,
mijn ogen en mijn hart zo moeten
en ik het licht nu eenmaal zo versta.”
(Uit het gedicht: Het Licht Is Rond.)