Als een woord meer oproept dan alleen zijn letterlijke betekenis, ontstaat er poëzie. In gedichten, maar ook in teksten in het algemeen. Een tekst gaat leven als de zinnen verwijzen naar iets wat er niet staat, maar wat op een mysterieuze manier toch aanwezig is. Een schrijver suggereert. Met beelden brengt hij over wat hij wil zeggen. In deze week gaat het over poëtisch taalgebruik. Hoe roep je in weinig woorden veel op? De klank van je zinnen kan de lezer vrolijk maken. Een beeld van een vis in het ijs kan hem terugbrengen naar zijn jeugd. Schrijven met je ogen dicht, schrijven terwijl je danst, schrijven zonder pen, schrijven van achteren naar voren…