Vorm is het sleutelbegrip van deze week. We onderzoeken de vorm van een beeld. Deze kan organisch zijn, bijvoorbeeld een vrucht: een pompoen, een dennenappel, een knoflook. Daarnaast kan het een abstract geometrische vorm zijn: een piramide, een kegel. Ook een combinatie van beide is mogelijk. Maar ook de vorm van een ruggenwervel kan inspiratiebron zijn voor het maken van een beeld. Vanuit kleine en grote schetsen op papier en in klei gaan we beelden maken in diverse materialen als klei, gips en gasbeton. Beelden waarbij het zoeken naar de volmaaktheid van een pure vorm voorop staat.