J.S. Bach heeft in zijn leven vele meesterfuga’s geschreven. De opbouw van de fuga had hij dan ook volledig in z’n broekzak zitten: de dux is de eerste en onbegeleide stem van het thema. Nadat deze gespeeld is komt in de dominant
de tweede stem: de comes
. De dux speelt tegen de comes een contrapunt
. Na deze expositie
gaan de stemmen in een andere toonsoort verder in de doorvoering
. Via een modulatie
terug in de oorspronkelijke toonsoort, wordt het thema in het derde deel van de fuga (het slot
) beantwoordt in een tegenbeweging
. Aan de hand van Bach’s fuga’s gaan wij deze melodieuze muziekvorm bekijken en bespelen. We zullen zelf een fantasie-rijke fuga proberen te componeren. Elk melodie-instrument, van viool en elektrische bas tot fagot en menselijke stem is welkom. Het kunnen lezen van muziek is een vereiste.