Colombia is een land met even zovele muzikale invloeden als er rassen zijn. Met de Afrikanen aan de kust ontstonden ritmes als mapalé, currulao en chandé. In het Andesgebergte werden door de mestiezen (gemengd blank en Indiaans) andere ritmes ontwikkeld: de bambuco, pasillo, guabina en de sanjuanero, die met gitaar, tiple, bandola en fluit worden geïnterpreteerd. En in het oosten van Colombia is er de ‘musica llanera’, met o.a. de zeer vrolijke ritmes: de pasaje en de joropo, gespeeld met harp, quatro (kleine gitaar) en maracas. In alle Colombiaanse muziek wordt veel gezongen, dus kan de deelnemer aan deze week, naast met al dan niet zelf meegebrachte instrumenten, ook met zijn of haar stem terecht.